maandag 19 september 2011

Vrijdag 16 september 2011 - reis naar Araçuaí

Donderdag tegen het einde van de middag stonden onze tasjes gepakt, die van Ben voor Barbacena en die van mij voor Araçuaí. Best een vreemd gevoel zo gescheiden op pad. Antoon Tijdink kwam me rond 6 uur ophalen en door de avondspits reden we naar zijn huis. Hij woont in een lange straat boven op een heuvelrug. Alle zijstraten aan weerskanten zakken meteen van de heuvel af. We parkeerden de auto in de garage van een buurvrouw, Reinilde, in wiens huisje ik ‘s nachts ook zou slapen. Reinilde kwam ons lachend tegemoet en meteen werden mijn tassen naar mijn slaapkamertje gebracht, kennelijk het kamertje van de pas teruggekeerde dochter met haar twee kindjes. (“Godzijdank dat ze van die kerel af is!” ……) Het huisje lag ook lager dan de straat. Een eenvoudig en kraakhelder huisje was het, je zou er van de vloer hebben kunnen eten, zo blinkend schoon waren de witte vloertegeltjes. Daarna nam Antoon me mee naar zijn huis en stelde me voor aan een van zijn collega’s. Ze wonen er met drieën, Antoon, een pater van rond de 50 en een jongere pater, alledrie Franciscaan. Antoon’s kamer was van twee kleintjes tot één grotere omgetoverd. Ondanks zijn leeftijd van 78 jaar, doet hij nog gewoon parochiewerk in verschillende kerkgemeenschappen. De collega verzamelt beeldjes van de Heilige Franciscus en dat was me een bonte verzameling. Tientallen! Van dik naar dun, van fijntjes naar karikaturaal, van een enkeling naar een heel orkest. Die arme Franciscus moet maar voor alles model staan. We aten Braziliaanse erwtensoep, gemaakt door hun kokkin, dronken samen nog een biertje voor de TV terwijl we keken naar een uitzending van de Groene Partij, die steeds meer voet aan de grond schijnt te krijgen met berichten over natuur en milieu, en rond kwart over 9 bracht Antoon me naar de buurvrouw om te gaan slapen. Die stond ons, reeds in pyjama, boven aan de trap op te wachten. Tien minuten later was alles in rust. Het alarm op mijn reiswekkertje stond op 04u10…….

Vrijdag, 16 september 2011. Ik werd regelmatig wakker, bang me te zullen verslapen. Wat opviel, was de stilte buiten. Geen burenlawaai, geen muziek, geen verkeer. Dat heb ik wel anders meegemaakt in steden waar ik geslapen heb. Om kwart over vier waste ik in de badkamer de slaap uit mijn ogen en oeps, floepte het licht uit. O schrik, in een wildvreemd huisje in het hartstikke donker. Het was gelukkig niet van lange duur. Antoon stond me boven aan de straat al op te wachten en samen wandelden we, in de regen!, weer naar zijn huis voor een ontbijtje. In de keuken stond een kaars te branden en in de korte tijd dat we aan tafel zaten, ging ook hier het licht zeker tien keer aan en uit. Antoon had wel een verklaring. Het was de eerste regen na maanden van droogte en boven op de bovengrondse elektriciteitskabels had zich de nodige stof verzameld op de aansluitpunten. Daardoor stagneerde de doorstroming. Maar geen zorg, zodra de stof eraf is gespoeld, komt de stroom gewoon weer terug…. We vertrokken om precies 5 uur, zoals gezegd in de regen. Weinig verkeer nog op de straten van de stad, maar wel al overal mensen die op de bus stonden te wachten om naar hun werk te gaan. De regen is zeker nog 100 km met ons mee gegaan, daarna klaarde het op, al bleef het de hele verdere dag afwisselend met af en toe dreiging van regen. Onze eerste stop was bij een superdeluxe wegrestaurant, met de naam “Leite ao pé da Vaca”, oftewel “melk aan de voet van de koe”. Er staat een koe binnen een omheining die door de gasten gemolken kan worden! Er lag een soort van parkje omheen met bloemen, een beekje met grote kooikarpers en een vijver met draaiend schoepenrad. Ze hadden een eigen bakkerij en slachterij, een eigen kwekerij met verkoop van stekplantjes van fruitbomen, kruiden en sierplanten. Tjonge wat een goed verzorgd en goed uitgedacht bedrijfje. Maar mijn aandacht ging nog het meeste uit naar het zeer schone WC-gebouwtje met de schilderachtige spiegels en zelfs wasbakjes voor de kinderen. Allemaal goed voor een paar foto’s. De reis ging verder. Het landschap is afwisselend. Heuvelachtig, maar betrekkelijk kleurloos, zoals ook bij ons na de winter. Met hier en daar een in het oog springende gekleurde bloeiende boom. Weinig mensen, weinig vee. We spreken in de auto samen uitgebreid over de huidige situatie in het huis in Araçuaí dat door Pacifique en Antoon nu 40 jaar geleden van de grond kwam. Over de samenstelling van het bestuur, het huidige beleid in de handen van Zr. Marilda, en wat volgens ons nodig zou zijn, wil het huis in de toekomst nog een rol van betekenis blijven spelen.
De tweede stop is een kleine barak met alleen wat snoeperijen. Antoon koopt een grote zak luchtige lichtgezouten knabbelringen die we de rest van de reis soldaat zullen maken. Hoogtepunt van de rit, letterlijk en figuurlijk, want de stad ligt op 1384 meter, is Diamantina. Bekend geworden door de diamanten, goud en edelstenen die men er vond en met wat geluk nog steeds vindt. Zij het niet meer op de oude manier door de rivierbodem met een baggermachine ruw om te woelen en de aarde met kwik te vermengen en uit te spoelen in de rivier. Deze vondsten lokten reeds in de 17e eeuw gelukszoekers naar de streek toe, de zgn. “Bandeirantes”, die er hun winsten omzetten in huizen in Portugese stijl. Veel van die oude gevels zijn bewaard gebleven en trekken nu veel toeristen. Diamantina behoort inmiddels tot het werelderfgoed. Ook de oude bestrating is er nog en mag niet geasfalteerd worden. Antoon week even van de hoofdbaan af voor een kort ritje door de stad. Weer goed voor enkele leuke foto’s. Antoon wist nog een wetenswaardigheid te vertellen. In de jaren ‘50/’60 was er een bisschop die werkgelegenheid wilde creëren voor de vrouwen. Hij haalde (ik meen uit Italië) handgeknoopte tapijten naar de stad die sindsdien een vorm van kunstnijverheid zijn geworden en overal aan de toeristen worden aangeboden. Dezelfde bisschop liet in de streek de eerste eucalyptusbomen planten.
Op de helft van de tocht, na 300 km, stoppen we voor de maaltijd. In deze streek ontspringen twee grote rivieren, die beide betekenis hebben voor zowel Antoon als het huis waar we heen onderweg zijn, Huize Santo Antônio. De eerste rivier is de “Jequetinhonha”, de tweede de “Araçuaí”. Langs de Jequetinhonha, in de stad met dezelfde naam, beleefde Antoon het hoogtepunt van zijn priesterloopbaan. Hij opende er een radiostation dat er in de wijde omtrek toe heeft bijgedragen de bevolking meer bewust te maken van hun bestaan, zowel maatschappelijk als vanuit het Evangelie. De Araçuaí is de rivier waaraan de stad Araçuaí haar naam dankt en waaraan Pacifique’s huis in 1971 werd gebouwd. We passeerden zojuist de brug over de Jequetinhonha – hebben jullie al geprobeerd het uit te spreken “zjee-kee-tien-jonja” ?? – en stopten bij een wegrestaurant met zicht op de rivier. Het rook er bij binnengaan naar een vuurtje en tot mijn verrassing vond ik er een buffet-per-kilo, niet in keurige roestvrijstalen bakken op een elektrisch rechaud, maar in stevige aarden potten in een laag water (au-bain-marie) boven een echt gestookt vuur om het eten warm te houden. Het “eten per kilo” vind ik een geweldige uitvinding. Het verbaast me dat het bij ons nog steeds niet is ingevoerd. In Praag, enkele weken geleden, heb ik voor het eerst in Europa een “kilo-restaurant” gezien. Je schept er je bord vol met datgene wat je eten wil, en zet het daarna op de weegschaal. Afhankelijk van de kwaliteit èn prijs van het restaurant varieert het aanbod. Zovele soorten vlees, vis, groentes, rijst, pasta, een saladebuffet en een gratis kopje koffie toe. Hier kostte de maaltijd R$ (“Real”) 16,95 oftewel ongeveer € 7,00 per kilo. We hadden ieder rond de 600 gram op ons bord, dus aten er voor nog geen tientje met ons tweeën. En zeer smakelijk. Na de maaltijd bood Antoon me aan een eindje te rijden, hetgeen ik graag deed. Zo’n 150 km volgden we al slingerend omhoog en omlaag de tweebaansweg tussen de aanplant van eucalyptus door. Miljoenen bomen rij aan rij. Deze vorm van monocultuur vind je op vele plaatsen in Brasil. Is slecht voor de werkgelegenheid [de bomen vragen zeer weinig onderhoud, waardoor de bevolking die vroeger “boerde” op deze gronden, gedwongen wordt haar heil in de stad te zoeken] en de boom trekt alle water uit de bodem. Helaas begon toen de slaap de overhand te krijgen en heb ik het stuur weer aan Antoon gegeven voor de laatste 150 km. En wát voor kilometers. Met nog 70 km te gaan eindigde de asfaltweg en volgde er 40 km zandweg. Antoon had er geen moeite mee en denderde met 60 km per uur over de zandpiste, telkens even de raampjes omhoog draaiend voor de zandwolk na een tegenligger of bij een inhaalmanoeuvre. Arme Volkswagen Golf. Antoon haalde zijn schouders op: “Daar kan ‘ie wel tegen! Had ‘ie maar geen auto moeten worden!” en arme ik. Het bonkte en schudde, en wat zijn 40 km dan lang. Maar ook dat ging voorbij en eindelijk, rond half 5 ’s middags, arriveerden we veilig in Araçuaí. We maakten meteen onze opwachting in Huize St. Antônio en werden ontvangen door Zr. Marilda (± 50, de leidinggevende), Zr. Fidélia (78, het manusje van alles, vooral met de oudjes), Zr. Clea (34, een jonkie die net is “geprofest”, op het ‘college’ halve dagen les geeft en de rest van de tijd op de ASSA helpt waar dat nodig is), en Rocco Tito (± 45, een Italiaan die hand- en spandiensten verleent). Het huis was versierd vanwege de festiviteiten van dit weekend. We dronken samen een kop koffie, ik maakte een afspraak met Fidélia voor een gesprek de volgende dag over haar vriendschap met Pacifique, en daarna bracht Antoon me naar het klooster (annex “college”) van de zusters aan de andere kant van de stad, waar een kamer voor me was gereserveerd. Daar wonen nu nog drie zusters, Valéria, Márcia en Celina, alledrie Braziliaansen. Voor mij zijn ze nog steeds Zusters Franciscanessen van Oirschot, maar hier hebben ze de moeilijke naam Zusters Franciscanessen Penitenten Recollectinen (boetedoend en beschouwend). Antoon zelf reed daarna naar het huis van Rocco en zijn gezin, waar hij vaker logeert. Ik kreeg dezelfde kamer als twee jaar geleden samen met Ben en richtte meteen op het tweede bed mijn mini-kantoortje in met de laptop waarop ik nu zit te schrijven. Daarna snel een verfrissende douche om het stof van de lange rit af te spoelen en om 7 uur was er in de mini-refter een kopje soep. “Punctueel”, zei Valéria – ik was er om precies 7 uur, “dat hebben wij Brazilianen wel van de Nederlandse zusters geleerd….”. Om kwart voor 8 stond Antoon weer op me te wachten. We gingen samen naar de ASSA (= Ação Social Santo Antônio) voor een toneelstukje over het leven van Pacifique, als onderdeel van het jubileumfeest. Opgevoerd door leerlingen van het “college”, zoals hier de school genoemd wordt die vroeger geheel door Nederlandse en Braziliaanse zusters gerund werd, maar nu al vele jaren een staatsschool is met lekendirectie en lekenleraren. Het toneelstukje duurde bijna een uur en werd gebracht door zo’n 16 personen. Omdat ik de levensbeschrijving van Pacifique goed in mijn hoofd heb, kon ik het hele verhaal in het Portugees goed meebeleven. Het was op sommige momenten zeer ontroerend, omdat ik wist wat de inhoud voor Pacifique had betekend. Vooral haar om gezondheidsredenen gedwongen vertrek terug naar Nederland in 1984, heeft haar zeer veel verdriet gedaan. Dat moment in het spel liet ook mij niet onberoerd. Na afloop sprak Antoon nog een woordje tot het publiek en vertelde het verhaal van mijn boek dat het leven van Pacifique zal beschrijven. Natuurlijk haalde hij ook mij naar voren, maar ging gelukkig niet zover dat ik ook nog wat moest zeggen. Portugees spreken in kleine kring is tot daaraan toe, maar onvoorbereid en-plein-public is een ander geval. Rond half tien was ik weer in het klooster, heb nog wat geschreven, maar om 11 uur vielen de oogjes letterlijk dicht…..

Zaterdag, 17 september 2011. Om 7 uur zat ik al aan het ontbijt. Behalve Valéria (± 70), Márcia (76) en Celina (81) was er nog ene Jozelda (30 en “tijdelijk geprofest”), tezamen de huidige bewoners van het eens dichtbevolkte klooster van Nederlandse en Braziliaanse zusters. Er zat nog een vijfde vrouw aan tafel en zij bleek de Algemeen Overste te zijn van de gehele congregatie, Zr. Ana da Gloria. Hoewel de congregatie in Oirschot haar oorsprong vond, is de algehele leiding van Nederland + Brazilië reeds eind 60er jaren overgegaan in Braziliaanse handen. Zr. Ana is een zeer elegante, slanke dame van rond de 50, die zo uit een modeblad gestapt kon zijn. Niet direct het beeld dat we van vroeger uit hadden van een “Moeder Overste” . Een vrouw met stijl, met de uitstraling van een echte manager. Grappig zo´n vrouw in deze rol aan te treffen. Ze was vanuit Belo Horizonte overgekomen om het jubileumfeest van de ASSA mee te vieren. Misschien heeft onze ontmoeting wel betekenis voor de “toekomst” van ons boek over Zr. Pacifique. Na het ontbijt ben ik me gaan voorbereiden op het gesprek dat Antoon en ik om 9 uur zouden hebben met Valéria en Márcia om nog enkele historische details te achterhalen die van belang konden zijn bij de juiste beschrijving van de lokale situatie waarin Pacifique als nieuwbakken missionaris in 1968 belandde. Zr. Valéria was nl. de eerste Braziliaanse die als Overste de gezamenlijke congregatie mocht leiden. Wanneer Antoon arriveert, is Valéria al naar de markt geweest om inkopen te doen voor deze kleine gemeenschap. We hebben een goed en prettig gesprek over wat was, en ook nog over wat in de toekomst zou kunnen zijn. Zr. Márcia heeft zelf Huize St. Antônio acht jaar geleid van 2000 tot 2008 en weet dus van wanten. Er zijn enkele Braziliaanse wetten die het werken met kinderen er niet gemakkelijker op maken.
Na dit gesprek reden Antoon en ik samen naar het huis van Maria Emília, 78, ook een vrouw die een grote rol heeft gespeeld in het leven van Pacifique. Ze deden alles samen in de beginjaren van het huis. Maria Emília, onderwijzeres en aanvankelijk collega van Pacifique op het college, is nooit getrouwd geweest, maar heeft altijd voor kinderen van anderen gezorgd. Ze heeft er zes groot gebracht. Op dit moment zijn er nog twee jongens bij haar in huis, een van 11 en een van 15. De laatste is Pedro, die wij enkele jaren geleden met het geld van mijn 60ste verjaardag aan een gebruikte computer wisten te helpen. We hadden hem twee jaar geleden ook al ontmoet. Het was een leuk weerzien. Hij torende intussen boven ons uit, zo fors was hij gegroeid. De oude computer functioneerde nog steeds en werd gebruikt voor zijn schoolwerk.
Voor de lunch schoof ik aan in de privé huiskamer van de zusters op de ASSA. Checkte daarna even mijn e-mails op de laptop van Clea. Ja, ja, moderne zusters hebben gewoon een eigen laptop tegenwoordig! ....
[ Dankjewel, Mans, voor je bericht – Ik duim voor een goede ontvangst van het plan! ]
[ Christine, het wordt tijd dat we elkaar weer eens ontmoeten, o.k.? ]
.... en babbelde zeker twee uur met Zr. Fidélia over van alles en nog wat en dat allemaal in mijn beste Portugees. En ik heb nog de idee dat ze me begrijpt ook. Hoera! Fidélia is voor mij het fijnste contact hier in Araçuaí en het voelt als “amigas para sempre” , vriendschap voor altijd. Zij had en heeft nog altijd een grote bewondering voor de manier van werken van Pacifique en de vele talenten die ze had. En wie daar meer over zou willen weten, ha, ha, hij kope t.z.t. maar het boek!
Na ons gesprek ben ik een rondje gaan wandelen over het terrein. Maakte een praatje met Fred, de eerste hulpbehoevende die Pacifique rond 1970 al van de straat plukte en die nog altijd op de ASSA woont. Hij heeft dan wel een totaal verwrongen lichaam en zit in een rolstoel, maar zijn geheugen functioneert des te beter. Een andere ontmoeting was met een joch van 18 jaar dat misvormt ter wereld is gekomen. Zijn beide uitersten zijn normaal. Ogen, oren en neus functioneren, en zijn voeten kunnen bewegen. Alles wat daartussen zit, is misvormd en werkt niet. Hij kan niet spreken, niet zelf eten, krijgt sondevoeding, ligt in een rijdende rolstoel, maar zijn ogen en oren zien en horen alles. Hij lijkt geestelijk gewoon aanwezig. Niemand die weet hoe een kind dat kan verwerken. Er wonen momenteel 49 ouderen en enkele jongeren die 24/7 hulp nodig hebben. Op de kinderafdeling zijn 50 kinderen fulltime aanwezig in de leeftijd tussen 0 en 10/12 jaar. Allemaal hetzij weeskinderen, hetzij kinderen uit gebroken gezinnen, meestal geplaatst door middel van een rechter. Naast de drie religieuze zusters zijn er 27 personeelsleden die de dagelijkse zorg voor deze gemeenschap op zich nemen. Vergeleken met twee jaar geleden zijn er veel verbeteringen aangebracht en daarin is duidelijk de hand van Rocco te zien, de “man in huis”. Verbeterd onderhoud. Bouw van een stenen omheining tegen vandalisme. Aanleg van een sportveldje. Verbetering van het speelveldje. Openstelling van het zwembad. Aanplant van fruitbomen. Fok van kippen en hoenders. En een, ik denk, geregistreerd huismerk ‘Sabor Solidário’, voor zelfgemaakte compotes e.d., maar dat zal wel door Zr. Marilda zijn georganiseerd. Ik ga straks in elk geval met een beter gevoel hier weg dan twee jaar geleden. Toen bleef vooral het gevoel van ‘vergane glorie’ bij mij hangen. Zoals het huis zich nu laat aanzien, kan Pacifique vanuit hoger sferen er weer trots op zijn....
Antoon kwam tegen het einde van de middag ook weer naar de ASSA. Hij had zijn preek voor de feestmis op zondagmorgen voorbereid. Om half zes was ik weer op mijn kamer in het klooster. Ik voel me er als de koningin. De kamer is ruim en schoon. Mooie badkamer annex. Goed licht om bij te werken. Allemaal details waaraan het voor ons luxe westerlingen nog wel eens ontbreekt op onze reis door dit grote land. Ik heb me weer even aan het schrijven gezet en moest me uiteindelijk om half negen nog haasten om me om te kleden. Om 9 uur was er een benefiet-etentje in de stad. Iedereen betaalde R$ 35,00 en de opbrengst was voor de ASSA. Zeker 150 mensen waren er op afgekomen, allemaal keurig aangekleed, strakke jurkjes, hoge hakken, en glimmende sieraden. De maaltijd was verzorgd door een groep vrijwilligers die een buffetje hadden bereid van rijst, spaghetti, en drie soorten vlees. Het blijven vleeseters, die Brazilianen in het binnenland, die van huis uit vaak koeiendrijvers waren. De groente bleef beperkt tot een bak gemengde rauwkost, maar was wel prachtig aanwezig in een tafelstuk opgemaakt van reepjes paprika, uibollen, radijs, e.d. Tijdens de maaltijd werd de fotopresentatie gedraaid die op DVD is gezet ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan. De meeste foto´s van de beginjaren kwamen uit de oude albums van Pacifique die na haar dood door het klooster aan mij zijn toevertrouwd. Samen met Antoon hadden we die in Rucphen uitgezocht, gedigitaliseerd en naar Rocco verzonden. Er was nog een loterij bij wijze van toetje en een zakje snoepjes uit de Sabor Solidária bij het afscheid als aandenken, en al met al waren we pas om half twaalf thuis. De fut ontbrak om nog wat te schrijven. Dus meteen het bedje in, maar wel met een deken eroverheen, die ik gelukkig in de kast vond voor de koude nachten, zoals vanavond....
Wordt vervolgd. Tjau, Patty++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten