dinsdag 27 september 2011

06 – Dinsdag 20 september 2011 – samen terug in Belo Horizonte

Dinsdag, 20 september 2011. (Verslag grotendeels geschreven door Ben.) Samen met Lúcia heb ik Pat opgehaald van het busstation. Ze zou om 6u30 uur aankomen met de nachtbus, dachten we. Ik liep van de auto over de weg om onder het viaduct door naar het busstation te gaan, maar een militair hield me tegen. Ik moest het voetpad aan de andere kant van de weg nemen. Ik hoorde luid schreeuwen en ja, langs dat pad kwam Pat zwaaiend en roepend juist omhoog. We hadden haar E-mail niet gelezen van de avond daarvoor. Ze was er al om 5u45. Bij het oversteken van de weg terug naar de auto van Lúcia struikelde ik over Pat’s handkoffer met steel en lag languit op het asfalt. Arnica bracht later uitkomst en gelukkig waren er geen ernstige gevolgen. ‘In naam van Oranje doe open de poort’ ging het hekwerk voor het huis van Vander en Lúcia automatisch open. Er wordt nogal wat ingebroken. Lúcia vertelde dat ze op een keer bij het naar binnengaan werd aangevallen. Een drugsverslaafde wilde haar tas afrukken. Ze werd over de grond gesleurd en vocht tegen hem, maar tevergeefs. De politie heeft hem later ingerekend, maar een dag later liep hij al weer vrij rond. In plaats van uitgebreid te vertellen, liet Pat me alles lezen wat ze schreef op de blogspot over de drie dagen feest in Araçuaí. Bewonderenswaardig. Daarna heb ik haar verteld over mijn weekend in Barbacena met 50 ex-Salesianen, van wie er tien samen met hun vrouw waren gekomen:
Op die vrijdagmiddag had Vander mij naar de plaats gebracht waar een minibus met enkele ex-Salesianen uit Belo Horizonte mij om 13u15 zou oppikken voor de rit naar Barbacena. Bij een beeld van Don Bosco, voor de deur van een college van de Salesianen. Maar wie er ook kwam, geen busje. Na een telefoontje naar de persoon met wie de afspraak voor de rit was gemaakt, bleek de ontmoetingsplaats aan de andere zijde van het plein. Maar ook daar duurde het nog een Braziliaans kwartiertje voordat de bus rond twee uur arriveerde. Daarna moesten er nog acht personen worden opgehaald op andere plekken in de stad, zodat we eindelijk rond half vier de stad verlieten. Er werd nog een sanitaire stop gehouden onderweg en pas om zes uur reden we Barbacena binnen, een stad die leeft van de rozenteelt. In de bus ontmoette ik al een groepje mensen die net als ik in Natal filosofie hadden gestudeerd en mij nog van naam kenden. Ook Oswaldo Bissoli zat in de bus, met wie ik samen in de “Lapa” in São Paulo theologie had gestudeerd en die ik de vorige avond in zijn huis in Belo Horizonte had bezocht. De bijeenkomst in Barbacena werd gehouden in een huis van de Salesianen, dat was omgebouwd tot hotel om met de opbrengsten de jeugd een gratis “oratorium” (lees: speelplaats) te geven. Directeur van dit huis was ook een medestudent theologie, Jaime Teixeira, die ik ooit een draai om de oren had verkocht, omdat hij mij pestte en me voortdurend voor de gek hield. Het was de enige klap die ik ooit heb uitgedeeld. Er waren daarnaast nog twee collega-studenten uit die tijd, uiteraard allemaal jonger dan ik, omdat ik, net als destijds in Kortrijk, ook in de Lapa tot de late roepingen had behoord. Bij de registratie voelde ik me een beetje ongemakkelijk, omdat iedereen iedereen scheen te kennen en begroette als de verloren gewaande vriend, en ik in eerste instantie weinig mensen (her)kende. Ik kreeg een slaapkamer toegewezen op de eerste verdieping, een voormalige cel van het klooster, maar nu met twee bedden, eigen douche en W.C. Ik zette er mijn koffertje neer en mengde me tussen het gezelschap. Tot mijn verrassing hoorde ik mijn naam roepen en ontwaardde ik twee oude bekenden, Claudionor Evangelista en zijn vrouw Margarida, bij wie we tijdens onze vorige reis in 2009 in Fortaleza hadden geslapen. De begroeting was allerhartelijkst en Claudionor heeft me verder het hele weekend bijgestaan als er iets te regelen viel. Om tien uur waren bijna alle gasten aanwezig en werd het programma bekend gemaakt. Degenen die voor het eerst aan deze reünie deelnamen, werd verzocht zich bekend te maken aan de groep. Ook ik stelde mezelf voor. En wie iets tastbaars had meegebracht om zijn levensverhaal te onderbouwen, kon dit materiaal op enkele tafels uitstallen. Ik bleek de enige Europeaan te zijn, en ook verreweg de oudste. In een hoek van de zaal zaten vier musici die de hele avond muziek maakten. Al gauw had men ontdekt dat ik zingen kon, dus kreeg ik een gitaar in mijn handen gedrukt en heb ik enkele liedjes gezongen. Wat ons samen bond was het liedboek van vroeger, “Juvenilia”, een bundel van liedjes die bij alle Salesianen eens gezongen werden. Tegen middernacht vond ik het mooi geweest en ging naar bed. De volgende morgen kregen meerdere deelnemers de gelegenheid om wat uitgebreider over hun leven te vertellen. De meesten waren afgehaakt vlak voor hun wijding als priester. Slechts weinigen hadden langere tijd als priester gewerkt, zoals ik. Met de powerpoint-presentatie die Pat had gemaakt, heb ook ik mijn levensverhaal verteld. Velen verwonderden zich dat een mens zoveel dingen kon doen in zo korte tijd. Direct na mijn praatje stond er een Colombiaan op die mij ooit had opgezocht tijdens mijn werk als pastoor in Porto Velho. Hij was daarvan zo onder de indruk geweest, dat hij zichzelf had voorgenomen om priester te worden “zoals Ben Strik dat was in Porto Velho”. Terwijl de anderen na de lunch de muziek gingen voorbereiden voor de viering de volgende morgen, ben ik gaan rusten. Ik was moe, maar tegelijkertijd was ik niet zo geïnteresseerd in de wat traditionele aanpak van de viering. Daarna kreeg ik de gelegenheid om te spreken over mijn manier van denken en de kosmologische visie die ik daarbij heb. Het celibaat, de dogma’s van de kerk, allerlei onderwerpen kwamen aan de orde. Meerdere aanwezigen konden zich hierin vinden. Individuele gesprekken leverden goede persoonlijke contacten op en van meerdere kanten het aanbod om, als we in de buurt waren, bij hen langs te komen en bij hen te komen slapen. De avond werd gevuld met muziek en zang en met nog meer individuele gesprekken. Er werd ook gesproken over de toekomst van de reünie. Was het goed zoals het nu was georganiseerd of moest er meer diepgang komen? Ze kwamen er niet goed uit. Wel werd vastgesteld dat de eerstvolgende reünie volgend jaar september zal worden gehouden in de buurt van Vitória, de stad waar onze vriend Winfried woont. De volgende ochtend besloot ik niet deel te nemen aan de viering en bood iemand me aan met hem mee terug te rijden naar Belo Horizonte, hetgeen ongetwijfeld comfortabeler zou zijn dan het harde bankje in het bonkende minibusje. Op dat moment had ik nog steeds niet betaald voor mijn deelname. Mijn vriend Vander uit Belo Horizonte had me toegezegd voor mijn verblijf te zullen betalen, maar hij was niet komen opdagen. De secretaresse loste het probleem op door bij inlevering van de sleutel te zeggen dat ik me geen zorgen hoefde te maken over de betaling en dat “alles in orde zou komen”. Tot op dit moment weet ik nog steeds niet hoe, maar ik heb me er –in dank- bij neergelegd. Met Heleno reed ik mee naar huis. Hij kocht 18 mooie rozen voor zijn veel jongere vrouwtje Marcilene, met wie hij net samen een mooi appartement had gekocht. Ik bleek er de eerste gast te zijn. We dronken gedrieën een flesje wijn leeg en bezochten vervolgens een zeer goede pizzeria in de stad, omdat er nog geen keukengerei in de flat aanwezig was om iets te eten te maken. Marcilene was zeer geïnteresseerd in water en hoopte nog de gelegenheid te hebben met Pat over de gezondheidsaspecten van water te spreken. Zover is het niet meer gekomen, want zij moest werken de volgende dag en bovendien liet onze reis dat niet meer toe. Na de maaltijd brachten ze me terug naar het huis van Vander en Lúcia. Hetgeen nog even tot grote verwarring leidde, omdat er twee straten bleken te bestaan met dezelfde naam: Rua António Guerra, elk in een totaal ander stadsdeel. Vander was thuis en had niet meer de moeite genomen nog naar Barbacena te komen, hoewel hij dat wel van plan was geweest. Ik heb het erbij gelaten. Voor mij was het een goed weekend geweest en ik heb er fijne contacten aan over gehouden.
Nu we weer samen waren, Pat en ik, pakten we de draad weer op van onze reis. Lúcia had nog wat verse broodjes gehaald voor het ontbijt en gedrieën praatten we bij. Daarna namen we afscheid van haar. Want ze moest naar haar winkel met feestkleding. Een mooie en gevoelige vrouw, die veel te stellen heeft met haar man. Hij werd, een paar jaar terug, zonder reden op te geven, ontslagen als leider van een particuliere universiteit van drie faculteiten. Met heel zijn equipe. Dat heeft hem helemaal ontregeld. Hij fluistert in plaats dat hij spreekt. Loopt vreemd rond, maar is toch wel goed bij de tijd. In de nacht gaat hij voor de TV liggen om niet door zijn eigen gedachten te worden afgeleid en de controle over zichzelf te verliezen. Lúcia zei dat ze er met de dokter over ging praten. Ik geloof dat mijn invloed op hem gunstig is geweest. Ik heb hem opgekikkerd. Pat zei dat Lúcia veel te lief voor hem was en dat ze hem “een peper in zijn reet moesten stoppen” en daar was Lúcia het helemaal mee eens. Ze staat om 6 uur op. Maakt het eten klaar voor de avond. Zet alles klaar voor het ontbijt. Doet boodschappen bij de supermarkt en gaat dan naar het centrum, naar haar eigen winkel met feestkleding voor mannen. Ze komt de hele week pas om 20u30 thuis. Op zaterdag om 16 uur. In het weekend doet ze de was etc. Een leven van dag en nacht werken met haast geen tijd voor rust. Maar ik heb met haar heel veel gesproken over mijn kosmologisch inzicht en het boek “Een Cursus in Wonderen”, waarin ze dagelijks leest. Ik heb haar gezegd dat het goed zou zijn, dat haar lieve dochter Lívia, die voor dierenarts studeert, best kon proberen om stage te lopen in Nederland. Dan kon zij haar komen opzoeken. Ze zouden bij ons welkom zijn. Haar man Vander wil niets weten van vliegen. We hebben haar omhelsd en het beste gewenst. We hadden er een heel goed gevoel bij.
Pat heeft in de morgen de koffers weer omgepakt. We namen contact op met Leny en Ed van de Groes over onze aankomst die middag op het vliegveld Viracopos van Campinas in de staat São Paulo. Besloten een dag langer te blijven op Holambra I en ook op Holambra II. Spraken af met Henk Helsloot in Capão Bonito op zondag en maandag, zodat we er ook ná het weekend konden zijn en er de kinderen konden meemaken. En belden Geraldo Pena dat we ook bij hem, in Itajaí, pas een dag later zouden arriveren.
Pat vertelde me dat ze tijdens haar visite bij Graciela door Zr. Márcia vanuit Araçuaí was gebeld. De Algemene Overste van de Franciscanessen van Oirschot, dus ook van de zusters in Nederland, Zr. Ana da Gloria, zou vijf boeken ‘Morrer para Viver’ van hun klooster in Araçuaí meenemen naar Belo Horizonte. Die hadden we daar twee jaar geleden achtergelaten en waren nooit verkocht. Ik heb haar gebeld en goede sier gemaakt door te vertellen dat Pat haar hoogschatte als een goede “moderne manager”. Dat het belangrijk was om de biografie van zuster Pacifique Degen te vertalen naar het Portugees. Ze wist niets van mijn leven en wat we met ‘Brasil op weg’ en ‘Tito de Alencar’ voor haar Pacifique hadden gedaan. Om haar werk zelfvoorzienend te maken door kippen, varkens en de groentetuin. Door het sturen van vrijwilligers voor twee jaar. Dat eindigde in te zeggen dat we iemand langs zouden sturen om de vijf boeken op te halen die ze had meegebracht uit Araçuaí. Toen ze hoorde dat er in het begin en op het einde iets stond over ons werk, kocht ze er een voor de bibliotheek. Van de vier overige gaat er een gratis naar Vander Gonçalves, onze gastheer, en zijn er twee verkocht aan Heleno en Bissoli, de ex-Salesianen van het weekend. Het laatste boek zal Vander proberen te verkopen in de club waar hij wel eens heen gaat met vrienden en waar muziek gespeeld wordt.
Vander kwam thuis om 15 uur. Met hem en zijn dochter gingen we naar het vliegveld Tancredes Neves. Hij reed het karretje met de bagage, terwijl Lívia beneden in de auto wachtte. Het vliegtuig was lang niet vol, dus konden de vier tassen als handbagage mee. Wij mochten van Vander niets doen. Hij bracht ons naar boven tot aan de poort van vertrek. Toen pas namen we hartgrondig afscheid van hem. Hij bleef staan tot we door de poort uit het zicht waren. Zeker met het gevoel, dat hij wat meer bij ons bezoek betrokken had moeten zijn.
We moesten twee uur wachten. Pat kocht een biertje voor me bij een bar, een blikje Bohemia. Dat kostte maar even R$ 7,70. Het duurste dat we ooit gekocht hebben. Rond de € 3,30. Schandelijk. We raakten aan de praat met een jongeman, die voor een Duitse firma werkte van “Spanntechnik” ergens onder München in Duitsland, en een advocate uit Campinas. Over ons Derde Wereldwerk en Mensenrechten. Ik mocht als oudere, net als gezinnen met kleine kinderen, voorgaan bij het instappen. Om 17u50 uur gingen we de lucht in. Om 19 uur precies daalde het vlieg-tuig op Viracopos, wat ‘Glazen omkeren’ betekent. Dus niet zoals ze ons van Brazil Tours hadden verteld, op het kleine vliegveld Amarais van Campinas zelf, waar de grote Boeing 737 niet eens had kunnen dalen.
Ed kwam ons afhalen. De altijd vrolijke Leny, zijn vrouw, wachtte buiten bij de auto, omdat ze nergens een parkeerplaats hadden kunnen vinden. Een blij weerzien met beiden. Zij noemt ons de “Strikjes”. We reden buitenom rond Campinas, stad van 1 miljoen inwoners, naar Holambra, inmiddels ook met zo’n 24.000 mensen.
Voor wie niets meer weet over de geschiedenis van Holambra, het is een voormalige Nederlandse nederzetting, gesticht in 1948, door Nederlandse emigranten die hun geluk in den vreemde gingen zoeken. De eerste generatie heeft het in veel opzichten heel moeilijk gehad en diverse families zijn toen berooid terug gekeerd naar het moederland. Maar dege-nen die bleven, hebben uiteindelijk een mooie welvarende gemeenschap opgebouwd die leeft van de productie van bloemen en kippen, van land-bouw en veeteelt.
Het werd een heerlijke avond. Ik heb ze verteld van mijn avonturen in de Staat Rondonia, waar ik 12 jaar gewerkt heb. We gingen om middernacht pas naar bed. Tot zover deze “inhaalslag”. Wordt vervolgd. Abraço, Ben+++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten