dinsdag 29 september 2009

Dinsdagmorgen, 29 september 2009
De tijd vliegt en het is haast niet te geloven dat ik al een week niets meer geschreven heb. Vandaag heb ik “een vrije dag genomen” en de gelegenheid een paar uurtjes achter elkaar te schrijven. We zitten in São Paulo, in het huis van Waldemar en Célia Rossi, het echtpaar dat ik in november 2007 naar Nederland heb gehaald om Ben te verrassen op de reünie van Brasil op weg in Doorn. Waldemar is een jarenlange vriend van Ben en net als Ben een strijder voor gerechtigheid. Hij werkt binnen het Arbeiderspastoraat van deze miljoenenstad. Kunnen jullie je voorstellen: Alleen al het centrum van de stad telt zo’n 11 miljoen inwoners en inclusief de buitenwijken zijn het er meer dan 20 miljoen! De meeste mensen wonen in appartementengebouwen, honderden staan er, 20 tot 24 verdiepingen hoog. En in de buitenwijken alle huizen aan elkaar geregen en op elkaar gestapeld, een stenenmassa met misschien hier en daar een boompje. Het centrum wordt bepaald door een zeer indrukwekkende kathedraal met een groot plein ervoor, waar op een gewone dag van alles gebeurt. Er worden spulletjes verkocht, er worden gebedsuurtjes gehouden waar Jezus centraal staat, er wordt goud opgekocht door vele schlemielige opkopers, dat twee straten verderop door duur uitziende jongens en vele winkeltjes weer wordt verkocht (tenminste daar lijkt het op!). De logica hiervan is me nog niet duidelijk, maar er schijnen veel mensen een boterham mee te verdienen. In de winkelstraatjes tussen de duizenden winkelende mensen overal kleine straatverkopers met allerlei handel. Echte favela’s zoals in Rio hebben we gelukkig niet gezien, maar in het centrum van de stad zijn wel overal plekken (onder viaducten en tegen grote gebouwen aan) met kartonnen dozen en vieze opgerolde matrassen waar mensen de nacht doorbrengen. Omdat het bijna onmogelijk is om je per auto snel in het centrum te verplaatsen is er een métrosysteem met in de spits elke minuut een trein, en daarbuiten elke twee minuten. En dan is het nog hopen op een zitplaats, zoveel beweging is er onder de grond. We zijn hier sinds zaterdag, maar laat ik proberen eerst de “aansluiting” te maken met waar ik gebleven was, onze rit naar Cachoeiro.
Binnen de twee uur waren we er. In een luxe touringcar. Raymundo Prett wachtte ons op. We kennen Raymundo van het Brasil Netwerk in Nederland en het tweetalige tijdschrift Sem Fronteiras dat hij heeft geprobeerd van de grond te tillen. Hetgeen hem niet gelukt is. Te weinig abonnees om van te kunnen leven. Jammer! Het was een mooi blad. Raymundo heeft toen besloten na ik geloof 18 jaar in Nederland, terug te gaan naar Brasil. Hij bracht ons naar een bevriende familie die ons met een uitgebreide koffiedis onthaalde. Hij, Edenilson, een jonge, intens zwarte advocaat van 37 jaar, keurig in het pak. Zij, Silvimara, een blanke vrouw van 53 jaar, slechts 1 meter hoog en, dat bleek al gauw, uiterst intelligent. Een niet alledaags echtpaar dus, nu tien jaar getrouwd, beiden zéér religieus en dol op muziek. De gitaar kwam eraan te pas en het werden twee vrolijke uurtjes, waarbij de nodige mensen in en uit liepen om ons te begroeten, naar later bleek allen leden van een religieuze groepering, ooit door Silvimara begonnen onder de naam “Jesus minha vida” = “Jezus mijn leven”. Ze doen goed in de stad aan verslaafden en daklozen. Goed werk dus, maar zoals het op ons over kwam, waarschijnlijk een vorm van hulpverlening die meer gericht is op evangelisatie dan op structurele verandering in de maatschappij. Na de koffie werden de goudglanzende zijden lakens uit de kast gehaald en werd ons bedje werkelijk koninklijk opgemaakt! Om 9 uur kwam Raymundo terug van zijn Engelse les, waarmee hij nu, parttime, zijn brood verdient en nam ons mee naar een groot scholencomplex, São Camilo. Daar zou Ben een voordracht mogen houden voor de ouderejaars studenten in de week van 12 oktober. Die dag blijkt echter een nationale feestdag te zijn, feest van Maria Aparecida (de verschijning van Maria), en uit ervaring wist men dat ook de dagen erna er maar weinig studenten aanwezig zouden zijn. Een teleurstelling dus. Het zij zo. Thuis wachtte ons een lekker flesje wijn (door Raymundo verzorgd) en een lief opgemaakt schoteltje met wat hapjes van de hand van onze gastvrouw, maar zij zelf was al naar bed, ik denk ook al omdat ze geen alcohol drinkt vanwege haar geloof. ’s Ochtends reed Raymundo ons naar het radiostation van het bisdom, waar Ben een interview wachtte. Het zou worden opgenomen en pas om 12 uur uitgezonden. Maar je gelooft niet wat er toen gebeurde. Ben was geweldig op dreef, gaf een heel duidelijke boodschap af en zong tussendoor de twee “strijd”-liederen waarmee hij op alle bijeenkomsten geweldige furore maakt. Het duurde zeker een half uur en Ben had zichtbaar heel veel energie erin gestoken. Toen zei onze reporter, ene André Luiz, doodleuk dat hij had vergeten de opnameknop in te drukken…….. en dat het hele interview moest worden overgedaan. Brrrrrrrrr! Ben was duidelijk van slag en niet meer bij machte hetzelfde vuur erin te leggen. Enfin, het werd een gesprek waar alle hoofdpunten wel werden genoemd, maar de dynamiek was eruit. Hoe kan een professionele verslaggever zoiets stoms doen?? Later, om 12 uur, hebben we samen naar de radio geluisterd. Het kon slechter, maar wij wisten dat het ook veel beter had kunnen zijn! Het weer was goed (32 graden!) en we zijn samen met Raymundo wat wezen wandelen door Cachoeiro. Een prettig aandoende stad. Voor mij een soort Nijmegen. Bij de plaatselijke boekhandel (Livraria Compagnia do Saber) zijn we aangegaan en mochten er 10 boeken in consignatie achterlaten. Eigenlijk heet de stad Cachoeiro do Itapemirim, de Waterval van de kleine steen. De rivier de Itapemirim doorstroomt de stad en omdat er grote olievelden in zee zijn gevonden, lopen er langs de oevers van de rivier, boven water, grote pijpleidingen om de olie, het nieuwe winstobject van de kuststreek, vanuit de zee landinwaarts te vervoeren. De stad heeft al jaren dezelfde burgemeester, die bij elke nieuwe ambtsperiode een nieuwe brug bouwde over de rivier als prestigeobject. Zo liggen er nu 10 (!) bruggen vlak bij elkaar. Nog een ander verhaaltje over deze burgemeester wist Raymundo ons te vertellen. Hij had in Sevilla bij een wereldtentoonstelling een luchtkoelingssysteem gezien dat de temperatuur van de lucht deed dalen door middel van waterdamp. Voor vele miljoenen heeft hij dat systeem in het centrum van Cachoeiro laten aanleggen, het zou veel aangenamer zijn voor de bewoners als het minder warm zou zijn in de stad. Maar de dames, die vaak veel geld uitgaven om de krul uit hun haar te halen, begonnen te klagen dat door de waterdamp de kroes weer terug kwam. Einde verhaal dus en ook einde gemeenschapsgelden….. Maar in Brasil kan dat allemaal! Tot slot nog een ander verhaaltje van Raymundo: Hij gebruikte hier nog steeds zijn oude telefoon uit Amsterdam. Daarmee stond hij op een brug te bellen. Een opgeschoten knaap kwam langs en zei doodleuk: “Mag ik je telefoon even gebruiken?” Griste ‘m uit zijn hand en riep toen: “Dank je! Nu is ‘ie van mij…..” Raymundo was zo verbouwereerd dat hij de jongen zo liet gaan, maar hij had wel leedvermaak, want het was een oud Nederlands model telefoon waarvoor hier beslist geen opladers te vinden zijn! Aldus samen babbelend, belandden we in de muziekschool waarover Edenilson, naast zijn advocatenpraktijk aan huis, de leiding had. Kleine ruimtes, smalle gangen, trapjes op, trapjes af, wat bouwen ze hier toch een rare gebouwen. De muziekschool gaf muziekles aan gewone leerlingen, voor de inkomsten, maar werd ook therapeutisch gebruikt voor de mensen die door hun religieuze gemeenschap worden opgevangen.
Van de lunch (let op Mirjam, de lunch heet hier “almoço”; het avondeten “jantar”!) was weer iets bijzonders gemaakt ter ere van ons bezoek. De familie was ervoor ingeschakeld, want een broer van Raymundo had de kip bereid. Het blijkt nl. dat de oudste broer van Raymundo met een zus van Silvimara is getrouwd, en zijn oudste zus met een broer van Silvimara. Na de lunch brachten we nog een kort bezoek aan het huis dat “Jesus minha Vida” door het bisdom toegewezen had gekregen voor hun werk. Ze hadden geen rooie cent meer, maar waren wel begonnen met de voorbereiding tot uitbreiding. Er moest een grote eetzaal bijkomen en ook de muziekschool zou hierheen moeten verhuizen. Dat probeerden ze door veel bidden èn vertrouwen eens voor elkaar te krijgen. Misschien hadden ze gehoopt dat die missionaris uit Holland ook een steentje kon bijdragen?? Om toch nog een mogelijkheid te creëren voor een voordracht in Cachoeiro in oktober bezochten we de kerk en het parochiehuis van Pater Joselito. Een prachtige oude kerk die aan een opknapbeurt toe was en ernaast een huis van drie verdiepingen waar allerlei maatschappelijke hulp gratis werd verleend. Er was een tandartsstoel, een artsen onderzoeksruimte, een spreekkamer van een psycholoog en er werden zelfs Reiki-behandelingen gegeven. Indrukwekkend wat er op zoveel plaatsen in Brazilië toch gedaan wordt voor de armen. De pater zelf hield op dat moment “spreekuur”. Het kostte enige moeite om bij hem binnen te dringen, maar uiteindelijk was hij een en al oor en samen spraken we af dat op 12 oktober, voorafgaand aan de Mis van 5 uur waarin vanwege het Mariafeest de bisschop zal voorgaan, in een centraal gelegen zaal in de stad Ben een voordracht zal houden. Een sympathieke man die Joselito. Lijkt ons wat progressiever dan de bisschop zelf. Na een laatste kop koffie bij onze gastvrouw, bracht Raymundo ons weer met al onze bagage naar de Rodoviário voor de bus van 5 uur naar Campos. Raymundo gaat proberen reclame voor de voordracht èn voor het boek te maken. Hij heeft ook iets geschreven in zijn Portugese weblog (www.depret.blogspot.com). Bedankt, Raymundo! En we beloven je, als we terug komen in Cachoeiro, bezoeken we jouw huis en maken kennis met je familie.
Campos, een stad van 400.000 mensen in de staat Rio de Janeiro. Weer een andere wereld, weer andere mensen. Hier gaan we op bezoek bij Wagner Brandão de Oliveira en zijn vrouw Darina. Wagner en Ben zijn oude bekenden. Hun vriendschap gaat terug naar de beginjaren van Brasil op weg waar Wagner nog Portugese les heeft gegeven aan enkele vrijwilligers die in Brasil gingen werken. Wagner is net als Ben getrouwd priester van Don Bosco. Na een reis van bijna twee uur over een hobbelige weg bracht ook deze luxe bus ons probleemloos op onze bestemming. Wagner bestelde maar meteen een taxi erbij, want met onze grote tassen pasten we niet in zijn Volkswagen. Hij had een slaapplek voor ons drieën weten te regelen in het grote scholencomplex van de Salesianen. Ooit woonden daar vele priesters en broeders die zelf les gaven en nu zijn er nog maar twee, pater Carlos en pater Waldemar, en wordt de school door leken gerund. Ik ben het precieze getal vergeten, maar meer dan 2000 leerlingen van kleuter tot eind middelbare scholieren zaten er zeker. We betrokken er twee prachtige ruime kamers met eigen badkamer en naar later bleek, eigen Internetverbinding. Het kon niet mooier. Maar even bijkomen was er niet bij, nee, hup terug in de auto, want Darina wachtte op ons met een heerlijke avondmaaltijd, waarbij ook Pater Carlos was uitgenodigd. Ze wonen in een mooi appartementengebouw en hebben wonder boven wonder geen andere hoogbouw voor hun neus staan, zodat er vanaf hun terrasje op tien hoog een bijna feeëriek uitzicht was over de lichtjes van de stad. Na een goede nachtrust stonden we de volgende ochtend, donderdag 24/9, om 8 uur in de aula gereed voor een presentatie voor de bovenbouw van de school. Maar op het laatste moment hadden de leraren iets in het rooster veranderd en stormden er zo’n 300 jongelui van 15/16 jaar de zaal binnen. Het deed Ben even denken aan de tijd dat hij voor Brasil op weg voordrachten gaf op middelbare scholen. Maar, flexibel als hij nog is, paste hij meteen zijn programma aan en wist in no time de jongelui op zijn hand te krijgen. Met enkele extra liedjes tussendoor was het een gejoel en applaus van jewelste. En de powerpoint draaide gewoon door, voor wie het wilde bekijken. Maar ook de boodschap was duidelijk: samen werken aan een betere wereld; dienstbaar zijn aan je naaste; samen delen en de armoede helpen oplossen. En nu maar hopen dat de jongelui er iets van mee nemen….. De school kocht twee boeken voor de bibliotheek en daarna was het eindelijk tijd voor het ontbijt. Daarna heeft Ko mijn Excel-lijstje van de verkoop van de boeken op onze laptop verbeterd en aangepast, zodat we uit dezelfde gegevens meer informatie zouden kunnen halen. Handig als je een accountant bij de hand hebt. Dank je, Ko! Waarna het al weer tijd was voor de “almoço”, die hier in dit huis van regelmaat om precies 12 uur voor de paters geserveerd wordt! We hebben al vaak genoeg bij paters gelogeerd om te weten dat daar waar paters wonen, de verzorging altijd optimaal is! Een leuke bijzonderheid is de ronde tafel waaraan hier gegeten wordt. Deze heeft een verhoogd ronddraaiend middenstuk, zodat vanaf je zitplaats alle schalen aan je neus voorbij gaan! De beide disgenoten, Carlos en Waldemar, waren niet zo erg communicatief, wat volgens Ben niet zo vreemd is, want paters-in-het-ambt hebben het vaak niet zo begrepen op gehuwde priesters. Maar dat draaide bij toen pater Waldemar, ook al een zeventiger, ons na de lunch in zijn auto meenam naar zijn werk in de Beira da Linha (= langs de lijn). Een strook grond van zeker vijf kilometer lengte langs een oude spoorlijn aan de rand van de stad die door “bezetting” in gebruik was genomen door mensen die geen grond en geen huis hadden. Daarna is er door hen met kunst en vliegwerk een huisje op gezet van oude stenen, oud hout, stukken golfplaat, en wat al niet kan dienen om een hut tot een “huis” om te toveren. Er is wel elektriciteit, dat wordt gewoon afgetapt van het lichtnet, zoals bij ons in Nederland de heren weed-kwekers dat schijnen te doen. Verder is het een strook van extreme armoede. De paters Salesianen hebben hier ook een strook grond “bezet” en er een mooi wijkcentrum op gebouwd. Toen ze later voor de grond wilden betalen, werd er teveel voor gevraagd, zodat ze er nog steeds, net al de overige bewoners, “illegaal” zitten. Maar geen nood, dankzij een of andere vreemde Braziliaanse wetgeving, kunnen ze er toch niet worden afgegooid. Er leek weinig te beleven, want het regende op het moment van aankomst, maar binnen bleek een grote groep jongelui te zitten die naar een educatieve film aan het kijken was. We maakten eerst een rondje door het huis met Waldemar. Activiteiten zoals we die in vele van dit soort huizen intussen wel hebben gezien. Leslokalen voor allerlei soorten onderricht, een kleine bibliotheek, een kindercrèche, een naailokaal, een handenarbeidlokaal, een computerlokaal, een ruimte voor capoeira (de oude vechttechniek van de slaven om zich te weren tegen hun patroons), een eetzaal met keuken, een tuin met speeltuin voor de kleintjes, kortom een mooi werk van de paters van Dom Bosco. Er waren heel wat begeleiders aanwezig, enkelen in vaste dienst en een deel vrijwilligers. We sloten ons aan bij de groep jongeren. Er waren er naar schatting 70 à 80 aanwezig, en van achteren gezien waren het alleen maar gitzwarte koppen met haar. Kortom allemaal jongeren met een zwarte huidskleur. Ben vroeg Waldemar of hij de jongelui mocht toespreken. En op zulke momenten is Ben op zijn best. Hij steekt de jeugd een geweldig hart onder de riem. “Laat je niet kisten door je armoe, maar ga wat leren, ga naar school, leer goed lezen en schrijven, leer een vak. Accepteer je armoede niet, vecht je eruit, en doe het samen. Vecht voor betere behuizing, voor werk. Jullie hebben er net zoveel recht op als de rijken van de stad….” Als jullie Ben een beetje kennen, kun je je hierbij iets voorstellen en dat is precies waarmee we op pad zijn gegaan, ons project “Temos Direitos” ofwel “Wij Hebben Rechten”. En natuurlijk tussendoor zingen. Ook hier weer een gejoel en applaus van jewelste. Het ontlokte zelfs een glimlach van oor tot oor bij pater Waldemar! We nemen aan dat het ook bij hem wel in goede aarde gevallen zal zijn. Eenmaal thuis was er nauwelijks tijd over om even te rusten, want om half vier zouden we worden opgehaald door een auto van de universiteit. Met een Braziliaans kwartiertje kwam die pas om kwart voor vier, te laat dus om aan de andere kant van de stad om precies 4 uur met de voordracht te kunnen beginnen. Maar daar schijnt hier niemand om te malen. Tijdens het wachten in de hal van de school viel ons nog iets leuks op. Er hangt hier wat we vroeger een prikklok zouden noemen, maar dan nieuwe stijl. Een computergestuurd apparaat dat met vingerafdrukken werkt. De onderwijzers klokken in of uit en de computer wenst ze een goede morgen of goede middag, gevolgd door hun eigen naam. Wat een land van tegenstellingen toch. Extreme armoede en viezigheid en ultieme computertechnieken…… Zo krijg je in een restaurant-per-kilo een elektronische klantenkaart met een nummer. Al je consumpties worden op dat nummer in de computer ingevoerd en eenvoudig bij de kassa bij vertrek afgerekend. Geen papieren bonnetjes dus meer. Waarna je overigens ook nog eens een gratis kopje Cafézinho kunt nemen. Traditie in dit land. Goed, terug naar de Universiteit van Campos.
Wagner wachtte ons op - hij geeft er Engelse les en doet er vertaalwerk voor de docenten - en bracht ons naar de theaterzaal. Tien over vier en nog niemand. Tegen half vijf druppelden ze binnen. Minder mensen dan verwacht, ondanks de berichtjes in de plaatselijke krant, maar wel een zeer geïnteresseerd publiek. Na afloop ontstond er nog een leuk debat en gingen er diverse gesigneerde boeken over tafel. Ben was wonder boven wonder nog steeds goed op de been, ook al had hij al drie voordrachten achter de rug. Echt tijd om te bekomen was er niet, want Wagner had bedacht dat een beetje ontspanning ook geen kwaad kon en kwam ons om half 8 alweer ophalen om samen met hem en Darina en nog enkele vrienden naar een café te gaan met live muziek. Het weer viel een beetje tegen, maar desondanks hebben we buiten gezeten op het terras. De zanger/gitarist was goed en vooral Ben heeft er erg van genoten. Zelf heeft hij ook nog enkele liedjes gezongen, maar de microfoon was niet goed afgesteld voor zijn stem en daardoor vond ik het maar matig. Maar ja, het applaus was er niet minder om. Pas om half 12 doken we onze koffer in, waar we mede dankzij een glaasje wijn alledrie als een blok in slaap vielen.
Schrik niet, maar om half 7 de volgende ochtend, vrijdagochtend dus, stonden we alweer buiten op de stoep en zowaar, de auto die ons zou ophalen, stond al te wachten. Met Giannino Sossai aan het stuur, een leraar communicatie aan de Uni, maar tevens verslaggever bij Radio Educativa FM 107.5, die ons meenam naar de studio voor een live radioprogramma. Dat dachten we tenminste, maar het bleek ook nog te worden opgenomen voor uitzending op de lokale TV. Niemand had ons voorbereid hoe het in zijn werk zou gaan. Het was dus een verrassing te ontdekken dat het om een soort van talkshow ging, met Giannino en nog ene Jorge Luiz dos Santos als gastheren en enkele gasten aan tafel. Aan de rechterzijde van de tafel zaten na elkaar twee dure heren, een van de gemeente en een van de plaatselijke rotary clubs, gevolgd door een wat eenvoudiger uitziend heer, en aan de linkerzijde zat Ben, als hoofdgast van die ochtend en die bleef daar dus het hele programma zitten en nam deel aan de gesprekken. Hij gaf een mooie boodschap af over de scheve verhoudingen in het land en kreeg verder de gelegenheid te vertellen over Tito de Alencar, de dictatuur en het boek. Tot zijn verrassing kwamen er toen nog diverse andere onderwerpen aan bod, zoals de landhervorming, de zgn. ‘Reforma Agrária’, die in dit grote land maar niet wil lukken, en tot slot, hoe kan het anders, de voetbal van Flamengo en Fulminense. Later op de middag hebben we samen gekeken naar een deel van de uitzending, zodat Ben zichzelf eens kon terugzien. Als Giannino zijn belofte houdt, krijgen we een DVD thuis gestuurd met de gehele uitzending. Ook al duurde de totale uitzending twee uur(!), het was ook voor Ko en mij weer een leuke belevenis, want we hebben er de hele tijd bij gezeten, vlak achter de cameraman! Giannino was tevreden over het geheel, kocht een boek natuurlijk mét handtekening van de auteur, en bracht ons terug naar het huis van de Salesianen. Wéér stond er een verlaat ontbijtje op ons te wachten. Lekker! Maar er wachtte ons een verrassing: de school had bedacht dat Ben nog wel eens zo’n voordracht kon doen, maar nu voor de kinderen van 12 tot 15 jaar. Wij dus weer met computer onder de arm naar de aula en nauwelijks was de beamer aangesloten of er dartelden weer zo’n 300 kinderen met veel lawaai de zaal in. Het viel niet mee de aandacht van deze kinderen vast te houden. Ben heeft ze diverse keren tot de orde moeten roepen. Toch was het enthousiasme er niet minder om. Daarna was het tijd om de bagage te gaan ordenen. Er waren intussen heel wat boeken uit de twee koffertjes verkocht of in consignatie achtergelaten, zodat er weer persoonlijke spulletjes bij de boeken in konden en de grote plunjezak leeg kon worden opgevouwen. Van de aanvankelijke logica in de kofferindeling is nu niets meer over, maar zelfs dat begint na drie weken reizen te wennen! Na de lunch heeft Ben wat slaap ingehaald en hebben Ko en ik nog een wandelingetje over het grote terrein gemaakt, totdat Wagner ons om half zes kwam halen voor een afscheidsmaaltijd bij hem thuis. Deze keer waren we “onder ons” en omdat Wagner ook Engels spreekt, was de conversatie nu ook voor Ko en mij heel aangenaam en was het echt gezellig voor ons alledrie. Darina had speciaal voor ons meergranen spaghetti gekocht en trakteerde ons op een Portugese witte wijn. De mensen sloven zich allemaal ontzettend uit om het ons naar de zin te maken. Wel heerlijk om te ervaren! En toen was er weer het naderend afscheid. Wagner reed ons terug naar de Salesianen om de bagage op te halen en om de beide paters gedag te zeggen. Carlos bleek op dat moment de mis aan het lezen te zijn. Tja, hoe zeg je die gedag? De buitendeuren stonden open, dus gingen we gewoon maar in de deuropening staan, recht voor het altaar, en begonnen te zwaaien naar hem. En ja hoor, een klein handje ging omhoog en hij zwaaide terug. Een pater is toch ook maar een mens, nietwaar! Ook hij was bij onze laatste lunch wat gezelliger dan de eerste keer. Misschien toch ook positief geraakt door de wijze waarop Ben met zijn leerlingen omging?! We dronken toen zelfs samen een likeurtje toe! Met weer een extra taxi in ons kielzog vanwege de bagage reed Wagner ons naar de Rodoviário voor weer een nieuw avontuur, een nachtbus…..
Even na achten vertrokken we met een luxe bus met ruimere stoelen die wat verder achterover kunnen, een voetensteun en een in plastic verpakt dekentje voor de nacht. Ik kan er verder weinig over vertellen, want ik heb het grootste deel van de tocht geslapen. We reden van Campos naar São Paulo. Ben weet na te vertellen dat in de buurt van Rio de Janeiro we lange tijd in een file hebben gezeten. Tjonge, en dat midden in de nacht. Omstreeks half drie ’s nachts stopte de bus bij een “posto”, een wegrestaurant waar we twintig minuten zouden blijven. Ben en Ko stapten uit voor een plasje en een drankje, maar ik bleef zitten waar ik zat en snorde verder. Ik heb er dan ook niets van gemerkt dat ik bijna zonder mijn twee mannen had moeten verder reizen. Wat was het geval? Er stonden op dat moment drie identieke bussen naast elkaar van dezelfde maatschappij die alle São Paulo als eindbestemming hadden, en ja hoor, de heren stapten met hun slaperige hoofd in de verkeerde bus. Verhip, waar is Pat nou gebleven?? Toen pas ontdekten ze dat ze verkeerd zaten. Pas om 7 uur ’s morgens arriveerden we op Tietê, een van de twee grote Rodoviário’s. En dan te bedenken dat Waldemar en zijn schoondochter Vanessa er al om 5 uur waren om ons op te halen! Die waren dus voor niets zo vroeg opgestaan om daar al om 5 uur te kunnen zijn. Wat mensen al niet voor ons over hebben! Het weerzien was hartverwarmend, het weer iets minder: bij aankomst was het 17 graden. De ochtend brachten we met Célia in alle rust door, want Waldemar werd verwacht op een bijeenkomst ergens in de stad in de aanwezigheid van Yvonne Gebara. Na de almoço - Célia is een geweldige kok! – bracht Vanessa ons in Waldemar’s auto ook naar die bijeenkomst. Het toeval wil dat wij alle drie, ook Ko, Yvonne Gebara niet zo lang geleden in Nederland hebben ontmoet. Zij is een theologe gespecialiseerd in de vrouwenemancipatie en lanceerde in Doorn een van haar vertaalde boeken. Ze was nu te gast als docent op een vormingscursus voor vijftien leiders van diverse sociale groeperingen. Waldemar had het zo geregeld dat Ben er een halfuurtje met ze in gesprek kon. De ontmoeting verliep naar wens en was weer goed voor de verkoop van drie boeken. De rest van de dag brachten we door in alle rust, alhoewel Ben weer de nodige telefoontjes pleegde om het volgende deel van de reis goed op de rol te krijgen. Omdat Ko slechts korte tijd bij ons is en toch ook wel wat van Brasil wil zien, besloten we de volgende dag, zondag, een dagtochtje naar Holambra te maken. Waldemar’s auto was beschikbaar en omdat Waldemar’s gezichtsvermogen terug loopt en hij zelf niet meer durft te rijden, vroegen we Vanessa, sinds drie jaar de vrouw van zoon Wagner, of ze bereid was met ons mee te gaan. Ze vond het leuk, want ook zij kende Holambra niet. Dus zaten we al om kwart over 6 aan het ontbijt en vertrokken om kwart voor 7 voor een dagje uit. Waldemar ging zelf ook mee. 140 km is de afstand over een goede (tol-)snelweg. Tegen 9 uur arriveerden we in Holambra, een stad rond 1950 gestart door Nederlandse boeren met kapitaal uit Holland-Amerika-Brasil, vandaar de naam. Het centrum wordt gekenmerkt door Hollandse (nep-)geveltjes, verkeersborden in de vorm van een tulp, straatstenen met molentjes en klompen, en er is een pannekoekenhuis met Hollands slagroomgebak en appelcarré’s! We hebben er koffie gedronken, daarna wat rondgewandeld en al vragend en zoekend het huis en de winkel van de familie Schoenmakers gevonden. Ben kent uit zijn vele bezoeken aan Holambra in de zestiger jaren niet alleen de ontstaansgeschiedenis, maar ook de meeste families die er destijds zijn komen wonen. Daar is veel over te vertellen, maar dat voert te ver voor dit verslag. Hij heeft er in 1966 zelfs zuster Pacifique leren kennen, die als kersverse missionaris door haar congregatie eerst enkele maanden in Holambra werd gestationeerd voor ze naar de missie in Araçuaí mocht! Het lukte Ben al meteen met Corrie Schoenmakers een afspraak te maken om tien boeken in consignatie in hun Casa Bela te leggen, een cadeauwinkel met een hoog gehalte aan oorspronkelijk Nederlandse souvenirs. Daarna gingen we op zoek naar Eddy en Lenie van der Groes, die even buiten het centrum een boerenbedrijf met koeien hebben. Lenie ontving ons allerhartelijkst en even later kwam ook Eddy thuis van zijn wekelijkse voetbalwedstrijd van de Veteranenclub Rust Roest. Ze wonen op een heerlijk plekje met veel groen, veel vogels en prachtige libellen boven het zwembad. We hebben er geslapen enkele jaren geleden. Omdat het Lenie’s beurt was om voor haar 88 jarige moeder te gaan zorgen, Greet Litjes, vertrok zij na enige tijd. Eddy besloot met ons mee te gaan eten in het restaurant-per-kilo bij de Casa Bela. Tot mijn verrassing waren ook daar enige Hollandse gerechten te vinden, zoals nasi goreng, zuurkool en stamppot prei. Eddy was zo lief om ons allemaal te trakteren. Dankjewel, Ed! We hebben het zeer op prijs gesteld. Intussen had ik Antoon Tijdink gevonden, die met Tonny en Frans Wagenaars ook in Holambra waren. Het was slechts een korte ontmoeting en ieder ging daarna weer zijn eigen weg. Omdat we eigenlijk naar Holambra waren gekomen om “de bloemetjes buiten te zetten”, het was immers Ko zijn 36ste trouwdag vandaag, zouden we graag iets van de bloemenexpositie hebben willen zien, maar al gauw ontdekten we dat er een honderden meters lange file stond om bij de ingang te komen en ook dat de entree 26 reais was. Een duur grapje dus voor vijf personen. Om Vanessa niet helemaal teleur te stellen, ze was mee gegaan in de hoop wat bloemen te zien, nam Eddy ons na het eten mee naar een groot planten-/tuincentrum waar we enige tijd rondgedwaald hebben en genoten van de grote verscheidenheid aan planten en bloemen. Vanessa mocht een plant uitzoeken voor haar huisje en ook Waldemar ging met twee plantjes naar huis voor zijn vrouwtje Célia. Daarna bezochten we Greet Litjes, die ik een “delightful old lady” zou willen noemen. Vrolijk en blijmoedig, af en toe een beetje verward, maar over het algemeen ad rem en geestig. We dronken samen koffie en het werd een heerlijk slot van een prachtige dag. Met Lenie maakten we afspraken voor een voordracht op zaterdag 10 oktober in Holambra en ook bij haar lieten we 10 boeken achter. Ben had vorige week al een stukje tekst aangeleverd dat Lenie in het plaatselijke krantje zou publiceren om de Hollanders op Ben’s komst te attenderen. Ben stelt zich veel voor van die ontmoeting! Net voor het donker bereikten we São Paulo weer, waar we volledig vastliepen in de files van het weekendverkeer en pas rond 7 uur waren we thuis. Voldaan, maar wel erg moe, ook van de warmte. Overdag was het 32 graden geweest en zelfs om 7 uur was de temperatuur nog erg hoog. We zijn dus allemaal vroeg gaan slapen die avond.
Op de maandagochtend, gisteren dus, waren we alweer vroeg op. Om 8 uur gingen we van huis in de hoop rond 9 uur op het grote plein bij de kathedraal te arriveren. We namen bewust niet de métro, want die zit in de ochtendspits tjokvol. Het werd een trolleybus, want daarvan rijden er hier ook nog enkele, die vanuit onze wijk rechtstreeks naar de Praça da Sé rijdt! Door de verkeersdrukte werd het 09.25 voordat we op de “Sé” arriveerden. Frei David, een franciscaan die via “Educafro” negerstudenten een beurs biedt om op de universiteit te gaan studeren, ontving ons en er werden afspraken gemaakt voor een voordracht op 8 oktober voor een groep studenten. Daarna gingen we op de toeristische toer, wandelden wat door het centrum en bezochten de zeer indrukwekkende kathedraal. Om a.s. woensdag niet te verdwalen, bracht Waldemar ons ook nog naar het kantoor van de Pastoral Operária, het Arbeiderspastoraat, waar Ben een voordracht gaat houden, terwijl Waldemar elders een verplichting heeft. Zo’n ochtend maakt hongerig en Ko trakteerde ons op een maaltijd per kilo. Ook hier weer volledig gecomputeriseerd. Daarna namen we de métro naar een andere wijk om een bezoek te brengen aan Uitgeverij Paulinas, een gerenommeerde zaak van min of meer religieuze boeken met distributiecentra over het hele land. Een van de commerciële medewerksters stond ons te woord en heeft ons boek ter evaluatie aangenomen. En natuurlijk hopen we dat ze het in hun distributiesysteem willen opnemen. We mogen haar bellen als we weer in São Paulo terug zijn begin oktober. Ze gaf ons nog wel een tip voor een contact met Distribuidora Loyola, een bedrijf dat zich uitsluitend met distributie bezig houdt, zoiets als ons Centraal Boekhuis. Daarna vonden we het mooi geweest en namen de métro en de bus terug naar huis, terwijl we de lucht steeds donkerder zagen worden. Precies op het moment dat we uit de bus stapten, barstte het onweer los met windvlagen en een regengordijn waarvan je in één klap strontnat wordt. De wandeling naar huis was misschien 300 meter, maar Waldemar vond het verstandiger gewoon even te schuilen en te wachten tot het voorbij was. Hij heeft meer met dit bijltje gehakt en hij had gelijk. Na ongeveer een kwartier was alles voorbij en wandelden we probleemloos naar huis. Ben pleegde nog wat telefoontjes, en we lagen weer bijtijds in bed! Vandaag is het dan, tenminste voor Ko en mij, een rustdag. Ben is met Waldemar weer naar de stad o.a. om de firma Loyola te bezoeken en hoopt Carlos Mesters te ontmoeten. Ko leest veel en ik ben dus aan het schrijven. Acht kantjes op mijn laptop. Wie schrijft, die blijft, zei mijn vader altijd. Dus wie weet, volgt er nog meer over enkele dagen. Tot dan!
Liefs, Patty+++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten