dinsdag 15 september 2009

Dinsdag, 15 september 2009
Daar zijn we weer. Nu vanuit Teófilo Otoni. En gisteren was weer zo’n veelbewogen dag dat ik gewoon ‘graven’ moet in mijn geheugen om me de laatste dagen voor de geest te halen. Voor mijn verslag ga ik terug naar Rio de Janeiro, ‘nine eleven’. Gudrun was al vroeg met de bus naar haar school vertrokken en rond 9 uur stapten wij de deur uit. Pal naast de ingang van ons huis lagen drie man op een stuk karton rustig te slapen, onder een dekentje. Snel een foto gemaakt en doorlopen maar! Het had die ochtend geregend, maar de heren lagen keurig droog onder het afdak van de Banco Real, onze voormalige ABN-AMRO in Brasil. Het groengele vignet kenmerkt de bank nog, maar verder schijnt de relatie met Nederland verbroken. Zonder problemen vonden we de Praia do Botafogo waar Cecília Coimbra woont. Enkele panden vóórdat we No. 22 bereikten, had onder een steiger een groep van zeker zes personen liggen slapen, enkele mannen en een vrouw met kindje op de arm. Op het moment dat we er aan kwamen, hadden twee geüniformeerde politieagenten de groep gesommeerd om weg te gaan, onder het motto van “opgeruimd staat netjes”…. Met deken om zich heen geslagen, vertrokken ze naar elders, God mag weten waar, om de dag door te komen. Brrrrr, je zult maar die politieagent zijn om dergelijke orders uit te moeten voeren.
Cecília Coimbra is een bijzondere vrouw die tijdens de dictatuur ook is gevangen gezet, maar zelf gelukkig niet is gemarteld. Maar wat ze in de gevangenis meemaakte, was zo indrukwekkend dat ze heeft meegewerkt aan de oprichting van een organisatie die zich uitspreekt tegen welke vorm van marteling en uitbuiting dan ook, Tortura Nunca Mais. Elk jaar ontvangen mensen die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de samenleving een “medaille” van ze en alle medailles van de laatste twintig jaar zijn in een boek bijeengebracht. Een indrukwekkende rij van namen, onder wie zeer velen die Ben hetzij persoonlijk hetzij van naam goed kent. Onder wie Tito de Alencar. (Het boek heeft intussen een plekje gevonden in onze toch al aardig volle koffers.) Daarnaast heeft Cecília ook nog eens aan de wieg gestaan van de PT in Rio de Janeiro, de Partido dos Trabalhadores, de Arbeiderspartij, waartoe de huidige president Lula behoort. Ook zij, zoals zovelen die in het eerste uur fanatieke PT’ers waren, heeft zich van Lula afgekeerd, omdat hij de idealen om de onderlaag van de bevolking een betere toekomst te bieden, heeft verraden. Het ‘klikte’ tussen Ben en Cecília en we hebben beloofd 5 oktober, als we weer even in Rio zijn, contact met haar te maken. Een voordracht voor hun groepering zit er helaas niet in wegens hun al overvolle programma.
Vanuit het huis van Cecília aan de Praia de Botafogo wandelden we naar de Duitse school van Gudrun. Op de kaart leek het een stukje van niks, maar de afstand viel tegen. Voor mij als Vierdaagseloper was het goed te doen, maar Ben tippelde net zo flink mee. Natuurlijk hadden we de bus of een taxi kunnen nemen, maar het leek een goed idee een beetje lichaamsbeweging in te bouwen in ons drukke programma. We bereikten toch nog op tijd ons doel en hadden ook nog enkele minuten om in een koele omgeving even uit te rusten. De les verliep goed, een deel van de leerlingen was duidelijk geïnteresseerd, maar of dat voor allen gold?? Aanwezig was ene Christina, een journaliste van Duitse ouders, die na de les met Gudrun en met ons mee ging lunchen. Zij was onder de indruk van het boek en heeft ons enkele tips aan de hand gedaan om het misschien toch nog uitgegeven te krijgen in Brazilië. Het boek toch terugbrengen tot alleen het leven van Tito de Alencar, zonder de historische opbouw. Hoewel Ben hiervan in Holland niet had willen weten, gaan we hierover nu toch serieus nadenken.
Pal achter de Duitse school, die overigens is gevestigd in de oude Amerikaanse Ambassade vanuit de tijd dat Rio de Janeiro nog hoofdstad was van het land en de huidige hoofdstad Brasilia nog gebouwd moest worden(!), ligt een krottenwijk tegen de steile helling aangeplakt, Santa Martha geheten. Gudrun wilde ons meenemen met het treintje naar boven, maar Ben, toch wel een beetje moe(!) van de ochtendwandeling, heeft het afgeblazen. Eigenlijk vond ik dat niet zo erg, want ook Gudrun was daarboven zelf nog maar een enkele keer geweest en zo’n held ben ik nou ook weer niet om als toeristen door een krottenwijk in Rio te wandelen ……. We zijn lekker naar huis gegaan, Gudrun zorgde voor een glaasje wijn en een hapje, we genoten samen van de lichtjes in de baai vanaf ons inpandige terrasje en handelden daarna nog wat telefoontjes en emails af op Gudrun’s internet.
Zaterdagmorgen zijn we wat kleine boodschapjes gaan doen in de wijk achter de Praia do Flamengo, hebben zonder problemen met onze Europas geld “uit de muur” getrokken, wandelden over de groentemarkt met prachtig opgemaakte verkoopkramen, langs mannen die aan stenen tafeltjes gezeten met elkaar zaten te dammen of te kaarten, en toen belandden we ineens op het strand. Goochem van mij, hè, je woont aan de Praia do Flamengo, het woord ‘praia’ = strand, en toch had ik me niet gerealiseerd dat het strand er voor de deur lag. Nou ja, voor de deur, eerst is er een ventweg, dan drie banen naar het zuiden, dan drie banen naar het noorden, dan een parkje, dan nogmaal drie banen naar het zuiden en drie banen naar het noorden, nog een parkje, en dan, ja dán, sta je ineens op een voetpad langs het strand……, maar toch bij Gudrun “voor de deur”. We hebben er wat rondgewandeld. Het was niet zo druk op het strand. Er werd hier en daar volleybal gespeeld, maar voor de grote drukte is het ook niet het juiste seizoen, hoewel het naar onze begrippen juist nu heerlijk weer was voor het strand! Met enige moeite is het gelukt wat foto’s te maken van de parkieten in de bomen die zich al kwetterend tegoed deden aan de kokosnoten en Gudrun maakte ons attent op de “bloemen” in de palmen. Eens in de 20/25 jaar schijnt een (bepaald type?) palmboom te “bloeien’’. Dan groeit er bovenop de palmtakken een bloem zo groot als een grote struik en ook dat heb ik natuurlijk weer op de foto gezet, gek als ik ben op alles wat natuur, bloemetjes, vogeltjes is.
Om 12 uur zouden we worden opgehaald door een auto van IBISS. We waren er al op voorbereid dat we even zouden moeten wachten, het beroemde Braziliaanse kwartiertje, want bij afspraken is men zelden op tijd, maar om 10 voor 12 werd er gebeld door de portier dat er een dame voor ons was. Het kon niet missen: dat moest een Nederlandse zijn die ons kwam halen. Het was Anne, de vrouw van Nanko van Buuren. Ze wonen hier al twintig jaar en hebben samen een geweldige organisatie weten op te bouwen. Ze zijn begonnen met gehandicaptenzorg, maar nu bestrijken ze vele gebieden. Vooral straatkinderen hebben hun zorg, ze bemannen wijkcentra in vele achterstandswijken waar gewerkt wordt aan alles wat je kunt bedenken, voorlichting, cursussen, gezondheidsprogramma´s, kinderen bijspijkeren om naar school te kunnen gaan, muziek en dans en theater als educatiemiddel, en het meest recente programma, acties om de drugsrunners uit de drugswereld te halen. Ze werken met meer dan 600 (!!!) man personeel, hebben b.v. vijf man personeel alleen al om de bedrijven in de regio te benaderen om te zien welk type arbeiders ze nodig hebben. Daarop stemmen ze hun professionaliseringsprogramma af, leiden jongeren op voor dat bepaalde beroep (monteur, timmerman, e.d.) en weten ze daarna verzekerd van een baan bij dat bepaalde bedrijf. Ongeveer 60 procent van de vaste lasten worden betaald door de Braziliaanse overheid of Braziliaanse organisaties. De rest is afkomstig van giften en gaven ook vanuit Nederland. Nanko is de man van de contacten op alle niveaus, Anne begeleidt de functionarissen die alle dagen in de sloppenwijken werken en niet altijd hun emoties op de juiste wijze kunnen verwerken. Ook houdt zij in de gaten dat de hele organisatie zich houdt aan de werkwijze en de “spelregels” die ze samen hebben afgesproken. Een indrukwekkend geheel. In Nederland hebben ze een steunfonds, ook onder de naam IBISS. Op Internet vond ik een klein stukje om een en ander te verduidelijken.

Terwijl in de sloppenwijken van Rio de Janeiro de autoriteiten met geweld terrein proberen terug te winnen van de drugsbendes, creëert Nanko van Buuren een toekomstperspectief voor de jeugd in de favela's. Van Buuren richtte in 1989 de organisatie IBISS (Braziliaans Instituut voor Innovatie in de Sociale Gezondheidszorg) op. Hij was onder de indruk van de dieptrieste levenssituatie van de favela-bewoners van Rio de Janeiro en wilde meewerken aan hun positieverbetering. De kleinschalige en doelgerichte aanpak wierp haar vruchten af en het werk van Nanko en IBISS verkreeg steeds meer respect in binnen- en buitenland. Door samenwerking met diverse organisaties en een groeiende steun van instituten en particulieren in Brazilië, Nederland en andere delen van de wereld kon IBISS haar werk in Rio de Janeiro uitbreiden. Met voor- en tegenslagen lukt het Nanko het vertrouwen te winnen van zijn doelgroepen. Gezinnen zien dat er door het werk van IBISS een toekomst voor hun kinderen mogelijk is. Wijkverenigingen uit de sloppenwijken accepteren de holistische manier van werken. Dat wil zeggen dat de mensen in hun totaliteit en in relatie tot hun omgeving worden gezien. Losgeslagen kinderen en jongeren vinden in Nanko een houvast om uit hun benarde situatie te komen. Zelfs drugsbazen hebben respect voor de Groninger; zij zien hem als een waardevolle gesprekspartner. Meer informatie op www.ibiss.info

Anne nam ons mee naar Espaço IBISS Vila Cruzeiro, hun wijkcentrum met zwembad en sportbaan in de wijk Cruzeiro, naar men zegt de meest gewelddadige wijk in Rio. We hebben er voor een groep jeugdleiders onze powerpoint gedraaid, en zowaar binnen het uur. Ben had me beloofd niet al te veel uit te weiden buiten de aangegeven lijn van de powerpoint, en het is voor de eerste keer gelukt. Naar mijn gevoel was de presentatie een succes. Een van de meisjes kwam na afloop vragen of Ben haar kon adviseren hoe ze het voorbeeld van Brasil op weg met zijn koren en zijn basisgemeenschappen van destijds hier in de stad zou kunnen navolgen. Na Ben´s optreden waren er nog twee bijzondere optredens. Het eerste van jongelui uit de wijk die in een vrije expressie dans uiting gaven aan het probleem van de vrouw die wordt achtergesteld. Het tweede van twee personen uit New York, de ene een Braziliaan, de andere een Engelsman, die een fantastische show + workshop gaven van ritmisch klappen met de handen en stampen met de voeten. Ongelooflijk hoe met “niets” zo´n bijzondere show kan worden opgebouwd. In de dansgroep zat ook Mayra Avellar Neves, een meiske van 16 jaar, dat vorig jaar in Den Haag uit de handen van Bisschop Desmond Tutu de “International Children's Peace Price 2008” kreeg uitgereikt! Binnenkort mag ze naar New York om op een bijeenkomst van de Verenigde Naties te spreken en Hillary Clinton te ontmoeten. Uiteraard het werk van Mayra zelf, maar grotendeels te danken aan de bijzondere aandacht die ze van IBISS heeft ontvangen.
Daarna nam Nanko ons mee naar buiten en begon te vertellen. Als je in deze wijk woont (naar schatting 120.000 bewoners) vind je buiten de wijk geen werk. De wijk heeft zo´n slechte naam in de stad dat zijn bewoners in de rest van Rio niet worden vertrouwd. De wijk wordt beheerst door twee grote drugsbazen en honderden “soldados de trafico”. Trafico is hier het woord voor de drugshandel. ´s Avonds na het donker rijden er 880 soldados de trafico op hun motorfietsen door de stad, met grote geweren in de hand of over de schouder. Velen van hen worden niet ouder dan 21 jaar en vinden vaak op onverklaarbare wijze de dood. Een van de drugsbazen is schatrijk, maar zit “gevangen” in zijn eigen huis. Zodra hij de straat op gaat of de wijk verlaat, wordt hij hetzij door de politie van Rio, hetzij door concurrerende bendes, doodgeschoten. Nanko vertelt dat hij een ´dummy´ heeft, iemand die zijn lichaamsbouw en –maten heeft, en die voor hem naar de stad gaat als hij een nieuw kostuum of een paar nieuwe schoenen wil hebben. Lang leve de lol als je geld hebt.....!
We wandelden samen naar een trap die door de wijk loopt en die als een project van info@favelapainting.com door ene Jeroen Koolhaas en Dre Urhahn is beschilderd, samen met de welwillende bewoners van de wijk. Een doorlopende beweging van vissen en golven in kleuren oranje/wit heeft een prachtig kleurrijke trapopgang opgeleverd. Naar beneden teruglopend adviseerde Nanko me mijn fototoestel op te bergen. Er kwamen vier motoren het plein opgereden, met acht man erop, alle rond de 18/20 jaar, alle voorzien van grote geweren. Nanko stapte welgemoed op ze af en gaf ze wat schouderklopjes, als teken van vriendschap. Hij wordt in de wijk zeer gerespecteerd en probeert op die manier een relatie met ze te onderhouden. Ben dacht achteraf dat het feit dat Nanko met twee mensen door de wijk wandelde, via het netwerk was doorgegeven en dat de jongens daarom met hun motoren even hun gezicht lieten zien. Want wij, Ben en ik, zouden wel eens iets in de zin kunnen hebben, dat hun situatie kon schaden...... Ik weet het niet, maar het is niet ondenkbaar. We wandelden rustig terug naar het centro en er gebeurde verder niets.
Daarna namen Nanko en Anne ons mee naar een andere favela, waarvan me helaas de naam is ontschoten. De twee ´New Yorkers´gingen ook daar een show geven en tevens wilde de IBISS percussie- en capoeiragroep uit de wijk tonen waartoe zij in staat waren. In een kleine schuur werd een wervelende show gegeven door beide groepen en we hadden samen met nog enkele andere IBISS´ers een paar gezellige uurtjes met een biertje erbij. Op weg naar huis hield Anne´s auto het voor gezien en vlak voor onze deur werd ze met auto en al op een takelwagen gehesen en naar huis gereden. Gudrun vertrok net naar een feestje, vrolijk uitgedost als een Bahiaanse vrouw, en wij hebben thuis onze koffers voorbereid voor de reis naar Vitória de volgende morgen.
Zondagmorgen, 13 september, was het vroeg dag. Om vijf uur 10 stonden we met bagage en al buiten op de stoep en meteen al stopte er een taxi. En dat al op dat uur! Na een korte rit naar Santos Dumont ging het inchecken vlot en dronken we nog een capuccino c.q. kop warme chocola ten afscheid samen met Gudrun, die maar weinig geslapen moet hebben die nacht, want ze was pas tegen 2 uur thuis! De vlucht verliep voorspoedig, in een Airbus deze keer, een mooi, modern vliegtuig. Er waren hooguit 12 passagiers en binnen het uur stonden we op Vitória, in de staat Espírito Santo. Winfried en zijn vrouw Gilsa wuifden al vanuit de ontvangsthal en omdat we maar met zo weinigen waren, kwamen de koffers er al heel snel aangerold. Een blij weerzien. Winnie hadden we in Holland nog een paar keer gezien, zijn vrouw Gilsa was voor het laatst op onze overwintering in Portugal enkele jaren geleden. Samen vierden we ons weerzien met nog maar weer een capuccino en een bakje warme chocola, en daarna ging Winfried de huurauto ophalen, waarmee we samen op pad zouden gaan. Vier dozen met boeken werden ingeladen en om 9 uur gingen we met ons drieën op weg naar Teófilo Otoni. Een rit van ik geloof zo´n 500 km. Eerst langs de BR 101 (die langs de hele kust van dit grote land loopt) naar het Noorden en daarna naar het Westen over een andere weg. Het totale aantal gaten viel mee, de belijning was hier en daar totaal afwezig, en bordjes langs de weg ontbraken ook zowat geheel. De bestemming, de afstand, je moet het maar raden. Maar alles ging goed. We zijn enkele keren gestopt voor een versnapering of de lunch (per kilo) en precies op tijd doemde er een benzinepomp op, die hier erg dun gezaaid zijn. We reden door mooie landschappen en vooral het laatste stuk in de staat Minas Gerais was bijzonder door grote zwarte brokken graniet in het landschap. Net voor donker arriveerden we in Teófilo Otoni en met een of twee keer vragen, reden we direct naar het juiste adres. We waren weer op een nieuwe bestemming, met weer nieuwe mensen, en weer andere problemen bij hun werk.
Graciéla Bartesaghi Silveira, een Uruguaiaanse van geboorte van Italiaanse oorsprong, maar al bijna 30 jaar in Brasil, ontving ons met open armen. Liever was het ons allen geweest dat naast haar ook Irmã Zoé had gestaan om ons welkom te heten, maar zij was totaal onverwacht op 14 augustus gestorven. Ben had Graciéla en Zoé in de midden tachtiger jaren ontmoet op een bijeenkomst over prostitutie. De beide vrouwen waren in Teófilo Otoni een opvanghuis begonnen voor meisjes van de straat en hun kinderen. Zo ontstond een goed georganiseerd project dat vandaag de dag 150 kinderen telt van 0 tot 18 jaar. Zo´n 30 baby´s en peuters tot twee jaar, zo´n 60 kleuters van 2 tot 6 jaar en nog eens zo´n 60 meisjes van 6 tot 18 jaar. Met tegenwoordig ook een wat bescheidener huis voor jongetjes en jongens. Met groentetuin en kippenhok voor eigen consumptie, allerlei soorten kunstnijverheid voor de verkoop en achter het complex een sporthal en zwembad die worden verhuurd voor bruiloften en partijen om de boel financieel in evenwicht te houden. Er werken nauwelijks vrijwilligers meer, maar wel 42 man en vrouw personeel. Ook zij ontvangen een groot deel van de financiën vanuit Brasil, maar zijn ook nog sterk afhankelijk van giften uit Europa, met name uit Italië, waarmee ze goede relaties onderhouden. We werden onthaald met heerlijke baksels uit de oven en met een zelfgemaakt vruchtenijs èn een chocoladetaart toe, want Hollanders houden immers van taart??!! Ik denk dat Ben ze op hun bezoek aan Nederland destijds rijkelijk voorzien heeft van gebakjes en taart, hoe komt Graciéla anders op die gedachte?? Maar het maakte de ontvangst ontzettend lieflijk. We gingen vroeg naar bed, want de reisdag was toch wel vermoeiend geweest, ook al had Winnie de hele weg gereden! Graciéla had een huisje achter op het terrein dat wordt gebruikt voor bezoekers, zoals wij dus, in orde gemaakt. Heerlijk, enkele dagen in vrijheid te logeren.
Maandagochtend zouden we een groepje ontmoeten van de Mensenrechten hier in de stad, maar dat ging niet door. Dat gaf Winnie en mij de gelegenheid het hele complex te bezichtigen, rondgeleid door Liu, een assistente social, oftewel een maatschappelijk werkster aan het Casa das Meninas (Huis voor Meisjes) verbonden. Alles ziet er goed georganiseerd en schoon uit. Als geheel een indrukwekkend project. Er is een directie van een aantal personen die de algehele leiding hebben en Graciéla maakt daar deel van uit. Zoé hield zich voornamelijk bezig met contacten buitenshuis en de correspondentie daarmee. Ze was 78 toen ze stierf. Een groot gemis voor het werk en vooral voor Graciéla die al die jaren met haar dagelijks heeft samengewerkt. Ook voor Ben was het een schok midden augustus via email te horen dat ze was overleden. Ben hield van haar als een mede-strijder voor rechtvaardigheid en zag in haar een echte vriendin.
De lunch was deze keer niet gepland in Graciéla´s huis, maar boven op de berg. En dat is weer een verhaal apart. In 1998 waren Ben en ik ook hier. Ben had samen met Wilde Ganzen een project verzorgd voor de bouw van 10 huisjes voor de meisjes die tot hun 18e jaar in de Casa das Meninas konden blijven, maar daarna voor zichzelf moesten zorgen. Maar waarheen moesten ze dan gaan? De huisjes waren gebouwd en toegewezen aan 10 voormalige bewoonsters van het huis, al dan niet met hun kinderen, en toen wij er waren werden ze officieel “ingewijd”. De straat kreeg een naam en Ben moest destijds het doek wegnemen dat de straatnaam verborgen hield. Enfin, met tromgeroffel werd de naam onthuld en hoe luidde deze? Rua Bernardo Strik! Leuk, hé, als er een straat naar je wordt genoemd....... Nu zoveel jaren later kregen de bewoonsters, die bijna allemaal nog dezelfde waren als in 1998!) de officiële eigendomspapieren overhandigd, niet alleen van het huis, maar ook van de grond waar de huisjes op staan, en dat werd gisteren, maandagmiddag dus, gevierd boven in de Rua Bernardo Strik met een feestelijke lunch en natuurlijk een woordje en enkele liedjes van Ben. Alle vrouwen kregen de papieren uitgereikt door Ben en elk van hen bedankte met een kort woordje wat het huisje in haar leven had betekend. Een ontroerende gebeurtenis. Voor mij was het mooiste dat al deze vrouwen, die toch eens aan de onderkant van de maatschappij hadden geleefd, nu allen zoveel zelfrespect hadden gekregen dat ze voor zichzelf durfden spreken. Ze waren “iemand” geworden. Mede dankzij Graciéla en Zoé..... Geweldig. Het zijn de individuele resultaten die dit soort moeilijke werk dankbaar maken om te doen! Onze goede vriendin Bete van destijds, ook een ex-prostituee, had in haar eentje een prachtige lunch voorbereid voor dit feestje, en wist zich verzekerd van het succes: alles was heerlijk! Na het eten zijn we nog even in haar huisje wezen kijken, dat ze ons vol trots liet zien. Haar dochter Camilla was inmiddels 23 (ook opgegroeid in de Casa das Meninas, terwijl Bete er werkte) en had een goede baan, met computer en al in huis. Het huisje had dus inmiddels een fijne badkamer en keuken gekregen (niet zo luxe als bij ons hoor!) en Bete was er apentrots op. En een kerel? ”Nee, mijn dochter en mijn hondje zijn me genoeg!” We sloten de ontmoeting af met een kopje cafézinho bij Vera, ook een ex-pr die nu met haar man een handeltje had in biscuits, zoetigheden en prachtige bonbons. Zij produceerde ze en hij verkocht ze in de stad. Met succes! Ze konden er van leven! Weer een leuk succesverhaal als gevolg van de liefde van Zoé en Graciéla voor hun “meisjes”.
We zakten de berg weer af langs zand- en asfaltweggetjes van zeker 20%, zo steil waren ze, en arriveerden weer in de stad. Van alle emoties, inspanningen en de hitte sliepen we allebei anderhalf uur en gingen ons daarna voorbereiden op de mis die hier traditioneel gevierd wordt dertig dagen na het overlijden van iemand. In het huis is een kleine kapel, die helemaal volliep met alle kinderen en een groot aantal belangstellenden, onder wie de burgemeester van Teófilo Otoni, een 78-jarige, ongetrouwde dame van de PT, die voor de tweede keer voor vier jaar burgemeester was, en met wie Zoé een goede persoonlijke band had. De viering was uitbundig. Een Italiaanse pater ging voor, die van de bisschop (een Nederlander die zich –helaas- nog nooit voor enige sociale vooruitgang in zijn bisdom heeft geïnteresseerd!) niet meer mocht celebreren omdat hij niet volgens de voorschriften van Rome dacht en handelde, er was een mooie foto van Zoé, en er waren meerdere persoonlijke getuigenissen van de meisjes die veel aan Zoé te danken hadden. Alweer een teken hoe ze zichzelf hadden leren respecteren en zelfs een kerkgemeenschap durfden toespreken!! Natuurlijk liet ook Ben zich niet onbetuigd. Hij zong enkele liedjes en hield een korte toespraak, waarbij het thema Sterven om te Leven werd belicht, want niet alleen Zoé zou nog lang voortleven in de gedachten van iedereen, het was gisteren ook nog eens 14 september, de geboortedag van Tito de Alencar. Soms, als Ben spreekt, denk ik wel eens, man, hou nou maar op, maar dit keer was het zo duidelijk en overtuigend dat ik hem na afloop een tien met een griffel gaf, waarmee we beiden blij waren...... Na de mis begaf een deel van het gezelschap zich naar het huis van Graciéla, waar de keukenprinses Lúcia voor een groot aantal pizza´s had gezorgd. En die kwamen echt niet van de pizzaria om de hoek, als die er al zou zijn. Nee, die waren met zorg zelf klaargemaakt. Ben had nog een politiek gesprek over de PT en het bestuur van Lula met Maria-José, de burgemeester, en met een biertje en een oud-bruin-speciaal-voor-de-burgemeester, liet iedereen zich de pizza goed smaken!
En dat was dan voorlopig weer mijn verhaal. Vandaag was een rustige dag, vandaar dit lange verslag op de weblog. Straks om 7 uur gaat Ben weer een voordracht houden met onze powerpoint voor een aantal leiders van sociale groeperingen hier in de stad. Morgen met de auto door naar Araçuaí, om het huis van “mijn” zuster Pacifique te bezoeken.
Wordt dus weer vervolgd.
Veel liefs,
Patty+++

1 opmerking:

  1. hola dear Ben en Patty.
    Wel wat laat maar ik kon niet eerder reageren omdat ik de web log niet kon openen.Zo te lezen hebben jullie een boeiend maar wel druk programma hopelijk ook wat tijd voor jezelf om wat bij te komen van alle ontmoetingen met alles wat er aan vast zit. Mijn bewondering, dat jullie zo goed bezig zijn!! Ik wens jullie nog een goeie tijd en succes ook met het boek promoten. Lieve groeten en abrazo van ons Laury Dick!!

    BeantwoordenVerwijderen