maandag 2 november 2009

Vervolg van woensdag, 21 oktober 2009
Het bezoek aan Adital was ook voor Ildefonso interessant, want die had eigenlijk geen idee aan wat voor soort organisatie de naam van zijn broer Tito verbonden was. Ter aanvulling zij vermeld dat Adital in zijn berichtgeving “links” georiënteerd is, zeker voor wat betreft de berichten over de katholieke kerk. Ze streven ernaar het aantal onderwerpen waarover ze berichten, uit te breiden, maar door gebrek aan geld en aan mensen zal dit maar geleidelijk aan kunnen gebeuren. Ter afsluiting van het gesprek nuttigden we gevieren een almoço-per-kilo op loopafstand van het kantoor en ik moet zeggen dat onze Herman Vrolijk alleszins mee was gevallen. Via email was het ons niet gelukt goed contact met hem te maken, en was hij erg afstandelijk en zakelijk overgekomen, maar “in het echt” viel ‘ie reuze mee en deed hij zijn naam Allegri alle eer aan. Omdat Adital niet al te ver van het vliegveld afligt, besloten we daar nog eens bij de GOL-balie ons geluk te beproeven voor wat betreft de twee gewijzigde vluchten op onze airpass. Na enige telefoontjes bleek de eerste wijziging, op dinsdag 27 oktober Fortaleza-Natal, te zijn opgedoken. Deze werd ons bevestigd en als bewijs kregen we een computeruitdraai mee, waarop de drie reeds gemaakte vluchten van de airpass, plus deze wijziging voor 27 oktober. Waar de andere wijziging was gebleven, daarop konden ze geen antwoord geven. We moesten het over een paar dagen nog maar eens proberen. We grinnikten erover dat ze door de commotie kennelijk vergat ons de boete in rekening te brengen voor de wijziging, maar er iets van begrijpen, dat deden we niet echt! Eigenlijk hadden we die middag naar het Museu do Ceará gemoeten voor een ontmoeting met de pers, maar die hadden aangekondigd pas de volgende dag te komen vlak voor de lancering van het boek. Dan nu maar lekker naar huis en even rust nemen voor de “grote dag” van morgen. Daar belden we met de Paters SCJ of ons bedje vanaf vrijdag bij hen gespreid was, en verheugden ons over een email van Ben’s broer Peter die via zijn zoon nu ook de weg naar het Internet had gevonden. Hij schreef zelfs dat hij de 30 bladzijden blogspot had uitgeprint om deze te kunnen lezen. Weten we weer eens dat we de blogspot toch niet voor niets schrijven. We aten gezamenlijk wat aan de keukentafel, Claudionor verdween naar een vergadering en wij luierden tot we vanzelf in slaap vielen.

Donderdag, 22 oktober 2009
Na het ontbijt werd door Claudionor de laatste hand gelegd aan de speech die hij vanavond zal houden ter introductie van Ben. Deze zal nogal uitgebreid ingaan op wat Ben zoal heeft gedaan in zijn leven. Claudionor had de tekst uit herinnering voorbereid en in de voorafgaande avonden had Ben hier en daar wat chronologische of feitelijke wijzigingen aangebracht. Ben zelf ging even mediteren over zijn eigen praatje en zette dat op papier. Maar eigenlijk wist hij al wel vantevoren, dat hij het niet letterlijk zou voorlezen. Ikzelf heb onze koffer maar weer eens op orde gebracht en Irlande, de gedienstige van Margarida, lief aangekeken of ze nog een wasje voor me wilde draaien vandaag. Vervolgens heb ik de kleren klaar gehangen die we die avond zouden aantrekken. Een uurtje later kwam Margarida “onze outfit inspecteren”. Ben’s overhemd moest gestreken worden, vond ze, en mijn lila broek had eigenlijk wel een opfrisbeurt verdiend. Arme Irlande. De machine liep al, dat werd dus een handwasje extra. Maar lief bedoeld van Margarida, dus in dank aanvaard. Inmiddels hadden we ons al “netjes” aangekleed, want tussen de middag werden we verwacht op een etentje met de familie Alencar. Margarida vond kennelijk dat ik wel wat franje kon gebruiken op mijn eenvoudige zwarte blouse met lange katoenen rok en hing me een Braziliaanse ketting om de hals. Ik had bewust geen sieraden meegenomen voor de reis, dus had ze wel gelijk dat het wat kaal was. Ook dat gebaar dus in dank aanvaard. Samen met Claudionor en Margarida gingen we naar een chique restaurant, waar de Alencars ons hadden uitgenodigd. Nildes was er met Bianô, Ildefonso met Eneulda, Tito’s oudste nog levende zus Nadir (84), nicht Lucia, en Paty, de dochter van Ildefonso die 31 oktober zou gaan trouwen. Ben werd aan het hoofd van de tafel geplaatst, het andere hoofdeind bleef leeg, hetgeen Ben deed opmerken dat die plaats voor Tito was vrij gehouden. Er werd “sirigado” geserveerd, een voor Brazilië bijzondere vissoort. Geen idee wat voor vis het was, maar het smaakte goed. Tegen het einde van de maaltijd namen we afscheid van het gezelschap, want samen met Nildes moesten we in het Museu do Ceará voor de camera verschijnen voor enkele interviews. We gingen naar de “Memorial do Frei Tito”, de zaal waar de herinnering aan Frei Tito levend wordt gehouden. Met foto’s en uitleg, Tito’s schrijfmachine, zijn rozenkrans, zijn bijbeltje. Zijn bril had er ook gelegen, maar een of andere onverlaat had deze gestolen. Een filmploeg van ‘Verdes Mares’ arriveerde en nam met Ben een gesprek op van een minuut of twintig. Daarna was Nildes aan de beurt en werden wij door een medewerkster van het museum meegenomen op een rondje culturele geschiedenis. Wat opviel, was dat Fortaleza door de Nederlanders is gesticht, rond 1650, en de naam Schoonenburg kreeg. Een half jaar later namen de Portugezen de stad over. “Burg” werd vertaald met “Fortaleza”. Het “schoone” werd niet meevertaald. Misschien vonden ze de stad niet zo schoon. Wat verder opviel, waren de attributen en beschrijvingen uit de tijd van de slaven. Niet echt zachtzinnig werden ze behandeld. Fortaleza blijkt wel de eerste stad in Brasil te zijn geweest waar de slavernij werd afgeschaft, ergens rond 1888. We bekeken de zaal waar de boekpresentatie die avond zou plaats vinden. Deze leek ons een beetje klein voor het aantal mensen dat Ildefonso
verwachtte. Omdat Bianô inmiddels naar elders was vertrokken, namen we samen met Nildes een taxi die ons weer naar onze basis terugbracht. Daar lagen keurig gestreken Ben’s overhemd en mijn broek te wachten en in no time zagen we er beiden uit om door een ringetje te halen. Een beetje nerveus waren we wel, want hier, op de geboortegrond van Tito, moest toch “de grote klap” gaan vallen. Claudionor en Margarida waren ook op hun Paasbest gekleed en samen reden we terug naar het museum. Een filmploeg van het 8 uur journaal nam Ben mee naar het Memorial van Frei Tito voor een kort interview dat die avond èn de volgende ochtend zou worden uitgezonden en ze spraken daarna ook nog met Lucia, die met het Instituto Frei Tito de Alencar verantwoordelijk was voor de 500 uitnodigingen die verstuurd waren. Daarna was het wachten op de dingen die komen gingen. De zaal stroomde langzaam vol en de mensen bleven komen. De deuren gingen open en op de gang werden stoelen bijgezet. Er kwamen bekenden, Leonardo en Lucia van Escuta, Conceição van Adital, Lourdes van Escritorio Frei Tito, een aantal leden van de familie Alencar. Mensen die Tito vroeger hadden gekend. Een vrouw die Wout, onze vrijwilliger van Stichting Tito de Alencar in Nijmegen, goed kende. Een vrouw die schijnbaar door de bisschop van Utrecht uitgenodigd was om met haar gezin van zes kinderen naar Nederland te komen en in Utrecht een soort van missiepost te openen. Zij had al meteen bij binnenkomst een boek weten te bemachtigen bij de receptie en of ik er maar wat in wilde schrijven. Maar dat doet Ben straks na de presentatie, mompelde ik. Nee, ze wilde echt iets van mij persoonlijk. Ik heb dus voor het eerst een boek “gesigneerd”, ook al is het niet mijn eigen boek. Zouden er in de toekomst nog meerdere mogen volgen? Rond kwart voor zeven zat het tjokvol en werd besloten om te beginnen. Een medewerkster van het museum kondigde de sprekers aan. De 8 uur journaal filmploeg was er nog steeds en maakte opnames van de openingsfase. Claudionor mocht het spits afbijten. Hij kweet zich goed van zijn taak, sprak luid en duidelijk en hield dat maar liefst vier kantjes A4 in mooie taal vol. Zijn vrouw Margarida sloeg hem met enige spanning op haar gezicht gade, alsof hij toch niet zo gewend was om voor een zaal mensen te spreken. Na hem kreeg Nildes het woord en op de haar bekende, rustige wijze wist zij met zachte stem de zaal te boeien. Tot nu toe was het voor Ben en mij niet zo duidelijk geweest, wat zij nu eigenlijk vond van het boek, maar vanavond verklaarde ze in meerdere bewoordingen dat het onmogelijk is ergens voor te vechten als je je geschiedenis niet kent. En dat is precies de aanpak die Ben in het boek heeft gehanteerd. De geschiedenis van Brasil wordt erin verhaald, van onder naar boven zoals Ben het noemt, om te schetsen waarom Tito het nodig achtte voor zijn volk te vechten tegen de dictatuur. Nildes benadrukte de noodzaak dat de jeugd goed de geschiedenis van zijn land moet kennen om ze aan te sporen te strijden voor hun rechten. Ook al heb ik niet alles volledig begrepen van wat ze zei, toch was ik onder de indruk van haar woorden, en tegelijkertijd blij voor Ben, want het was volgens mij een vorm van erkenning van zijn boek. Vervolgens was het de beurt aan Ben zelf. Natuurlijk had hij al lang gezien dat de woorden die hij op papier had gezet, niet helemaal geschikt waren voor deze zaal en zoals meestal, ging hij gewoon op zijn intuïtie af. De woorden vielen in goede aarde en een luid applaus was zijn deel. Er werd ook gezongen, de twee bekende “strijd”-liederen tegen de dictatuur en natuurlijk het lied ‘Amor’ in twee talen. Toen ik eenmaal naast hem stond om Amor in het Nederlands met hem mee te zingen, volgde spontaan het liefdeslied over de rode rozen voor de geliefde, dat hij duidelijk aan mij opdroeg. Een hartstikke lief gebaar en de zaal vond het prachtig...... Weer luid applaus en Ben genoot zichtbaar. Nu is het een Braziliaanse gewoonte om op een dergelijke gelegenheid ook vanuit de zaal het woord te nemen. Enkele mensen deden dat, o.a. de broer van Lucia, beiden kinderen van João, een broer van Tito. Die was wat lang van stof en begon een soort van historische bespiegeling waar het allemaal fout was gegaan in het land. En anderen dienden hem weer van repliek. Grappig genoeg blijft de zaal dan gewoon wachten tot het ‘debat’ voorbij is. In de hall was een tafeltje neergezet waar Ben plaats nam om zijn “signeer-sessie” te beginnen en al snel vormde zich een lange rij van wachtenden. Geïnteresseerden die allemaal een boek hadden gekocht bij de receptie van het museum en nu een woordje van de auteur voorin hun boek wilden hebben. Om het tot een “persoonlijk” woordje te maken, lagen er strookjes papier waar een ieder zijn eigen naam op kon schrijven of de naam aan wie het boek moest worden opgedragen. In de hall werden frisdranken geserveerd en gingen schalen met hapjes rond. De sfeer was geanimeerd en niemand had er haast. Pas rond half elf waren we weer thuis. Moe en voldaan. Claudionor en Margarida, die de signeersessie maar niet hadden afgewacht, waren al naar bed. Dus een glaasje op de goede afloop zat er niet meer in. We zijn maar meteen gaan slapen, met de ramen wijd open en de frisse zeewind op ons gezicht.....

Vrijdag, 23 oktober 2009
Na een frisse douche in onze luxe ingerichte badkamer heb ik de bagage weer reisvaardig gemaakt en gingen we samen met Claudionor en Margarida voor de laatste keer in hun huis aan het ontbijt. Zij beiden zijn begeesterd van een Vietnamese spirituele leider, Master Luong Minh Dang, die een methode heeft ontwikkeld om de Universele Energie in je op te nemen en door te geven aan anderen. Door dit te doen, -zo zegt de website www.shyholland.nl die ik natuurlijk erop heb nageslagen-, wordt de eigen gezondheidstoestand verbeterd en kan men zieken helpen om weer beter te worden. De afkorting S.H.Y. staat voor Spiritual Human Yoga. Straks weer thuis zal ik me er verder in verdiepen, want het lijkt me interessant genoeg om op mijn Pimpelmeesjes-netwerkje over Spiritualiteit te vermelden. Beiden raakten er niet over uitgepraat en we hebben de woordenvloed maar rustig over ons heen laten komen. Ikzelf ben er genoeg door geïnspireerd geraakt om er t.z.t. meer over te gaan lezen. Voor Ben hoeft dit soort zaken niet zo nodig. Hij heeft zo zijn eigen wijze van denken ontwikkeld over het leven, over God, over het Universum, dat hij op zijn leeftijd niet meer veel behoefte heeft om zich in “nieuwe” denkwijzen te verdiepen, die natuurlijk allemaal al net zo oud zijn als de mensheid, alleen nu op wonderlijke wijze allemaal naar boven mogen komen. Het doet me wel goed te constateren dat ook hier in Zuid-Amerika het denken van de Nieuwe Tijd zijn intree heeft gedaan. In mijn naïviteit dacht ik dat dat alleen in de Westerse wereld het geval was. Maar nee, via de enorme ontwikkelingen van de communicatievormen, zijn we gewoon één wereld geworden, ook in dit opzicht. In Curitiba hoorden we van Agnes dat ze voornemens is met vier vriendinnen naar India te reizen om daar o.a. de ashram van Sai Baba te bezoeken. Ook in het leven van Margarida neemt Sai Baba een belangrijke plaats in, weliswaar niet in Fortaleza, maar in Santiago de Chili, waar ze bijna de helft van het jaar woont en contacten heeft met de Chileense Sai Baba beweging.
Na het ontbijt kwam Ildefonso met de “afrekening” van de boekpresentatie. Er zijn gisterenavond 60 boeken over de toonbank gegaan aan geïnteresseerden en de familie Alencar kocht er nog eens 65 bij om ze bij diverse bibliotheken op scholen en universiteiten te kunnen verspreiden. In totaal 125 x R$ 40 = R$ 5.000, dat hij keurig in een pakketje bankbiljetten contant bij zich had. Tjonge, dat was meer dan we hadden mogen verwachten. Omdat wij hadden gepropageerd dat een deel van de opbrengst voor de nagedachtenis van Tito zou worden gebruikt, ook al betrof dat nu dan niet meer het geboortehuis van Tito, schonken we de Alencars 25 boeken extra, de opbrengst waarvan voor het onderhoud en de uitbreiding van de huidige ‘Memórial do Frei Tito’ kon worden bestemd. Een gebaar waarbij beide partijen zich happy voelden. In totaal waren er via de post en via onze handbagage 170 boeken beschikbaar geweest in Fortaleza. 150 bleven er achter, de overige 20 konden we later die dag weer in het Museu do Ceará ophalen voor het volgende deel van onze tocht. We namen afscheid van Ildefonso, die zich vanaf nu samen met zijn vrouw volledig ging storten op het huwelijk van hun dochter Paty (ook een Patricia, net als ik) die eind volgende week gaat trouwen. En dat is in dit land een gebeurtenis van jewelste en als ouders van de bruid ben je dan de klos om alles tot in de puntjes te organiseren…..
Precies om half 10 stond volgens afspraak onze vriend Gerard Frencken ons beneden in de parkeergarage op te wachten. Hoe kon het anders? Een Hollander, een man een man, een woord een woord. Om ons te verkassen naar het oude seminarie van de Paters SCJ in de wijk Álvaro Weyne, een flink eindje van het centrum vandaan. Een volgens zeggen sterk achteruit gegane wijk en dus een gebouw omringd door muren met poorten en sloten. Eens een prachtig complex, nu een triestig toonbeeld van vergane glorie. Alleen de tuin oogde schitterend. Kleiner dan in Recife bij de Paters SCJ, maar net zo fraai onderhouden. De school, eens gerund door de eigen paters, is reeds lang geleden overgedaan aan de gemeente Fortaleza en nu staat ook het bijbehorende klooster te koop. Want ook in dit grote land zijn er nauwelijks roepingen meer. Er wonen nog twee priesters, Antônio, een jeugdige zeventiger, en Francisco, een goede veertiger die minder jeugdig oogt dan zijn oudere collega, en een broeder, Jacó, ook nog niet zo oud, met wie we vanaf het begin het beste contact hadden. Gedrieën bedienen ze de eigen kerk, die naast het klooster staat en nog een parochie in een andere wijk. Geen eenvoudig werk, met veel drugs en criminaliteit. Hun huishoudentje werd geregeld door drie vrouwen, Maria José, Fátima en Maria Jesus, die op toerbeurt de paters bedienden, en ons telkens weer voor de vraag stelden wie nu wie was, want de eerste twee vrouwen waren zussen en leken erg veel op elkaar, zelfde haarstijl, zelfde bril, en de derde was een soortgelijk type vrouw. Enfin, samen hebben we er flink om gelachen, als het weer eens fout gegokt was. Ze hadden een tweepersoonskamer voor ons gereed gemaakt, maar deze bleek geen slot op de deur te hebben. En na alle verhalen over inbraken en overvallen en zo meer, leek ons dat toch niet zo’n goed idee. Ja, ze hadden nog wel een andere tweepersoonskamer, die lag tegenover de keuken en was wat eenvoudiger. Geen probleem, we waren inmiddels wel wat gewend. Kennelijk was het ooit een kamer geweest voor de bediendes van de Heren Priesters. Er stonden twee bedden, een tafel, een stoel en een ventilator, èn er zat een slot op de deur. Aangrenzend was een eigen badkamertje met W.C. en kleine wastafel, en maar liefst drie douches, gewoon een douchekop vanuit de muur en een kraantje zo klein als het sleuteltje waarmee we thuis de radiatoren van de centrale verwarming ontluchten. Maar alles functioneerde en was schoon, en werd dus in dank aanvaard. De enkele kakkerlak die op de deurpost van de badkamer zat, heb ik vriendelijk toegesproken na ‘m te hebben gefotografeerd; die verdween gelukkig meteen en heeft zich niet meer laten zien……. Ja, dat soort dingen kun je hier verwachten. We hebben ons “geïnstalleerd”, in een andere ruimte was Internet waar ik zonder problemen op kon aanhaken, en we konden bij alle maaltijden gewoon aanschuiven. Gastvrijheid ten top, ook weer hier bij deze paters.
Tijdens de boekpresentatie had Conceição van Adital haar baas Ermanno Allegri verontschuldigd, omdat hij voor moest gaan in een mis voor een overledene, die ook nog eens een goede bekende van hem was. Via haar had hij ons uitgenodigd om vandaag nog een gesprek met elkaar te hebben. Vanuit onze nieuwe stek belden we hem en hij zou ons komen ophalen voor een almoço. Omdat hij langer weg bleef dan verwacht, bood Antônio ons intussen een eigen gemaakt drankje aan, een soort van kruidenbittertje, dat nog smaakte ook. Later bleek dat hij nog meer van dit soort eigen producten fabriceerde, maar die smaakten wat ons betreft niet allemaal naar meer. Hij nam ook nog uitgebreid de tijd om ons zijn verzameling munten en bankbiljetten te laten zien. Ook paters hebben zo hun hobby’s. Herman Vrolijk arriveerde en nam ons mee naar een luxe restaurant, zelfde systeem als de kilo-restaurants, maar voor een vaste prijs zoveel eten als je wilt. Een prachtige plek onder gigantische bomen. Opmerkelijk vind ik het dat de meeste bomen in dit land allemaal erg dikke kruinen hebben, en daardoor heerlijke schaduw bieden. De maaltijd werd afgerond met een caipirinha en een romig toetje en was heel gezellig. Op sommige momenten kom ik aardig uit de voeten met mijn Portugees. Ermanno is een Italiaan van geboorte, spreekt goed Portugees en is voor mij gemakkelijker te verstaan dan vele Brazilianen die razendsnel praten. Na onze maaltijd nam hij ons mee naar zijn kantoor, waar we pas tegen half vijf zouden worden opgehaald door een auto van TV O Povo, voor nog weer een televisieopname. Achter het kantoor hing ergens op een koel plekje een heerlijke hangmat en het laat zich raden dat Ben daarin al na twee seconden in slaap viel.
Tot zover weer even – até mais – ofwel tot de volgende keer….
Liefs, Patty+++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten