woensdag 14 oktober 2009

Hallo allemaal! Daar ben ik weer. Ik was gebleven op woensdagavond, 7 oktober. Op dit moment van schrijven is het al dinsdagmorgen, 13 oktober. Dus bijna een week achterstand. Dat wordt aanpezen vandaag…..
Maar allereerst een speciaal woord van dank aan Dirk, die uitgebreid heeft gereageerd op onze blog. We waren er blij mee! We hadden al begrepen uit een berichtje van Joke dat Nanko (IBISS, Rio de Janeiro) op TV was geweest, maar wisten niet in welk programma. Dankzij Dirk weten we nu dat het om De Reünie ging van de KRO. Een –vind ik!- prima programma van Rob Kamphues. Dirk heeft zelfs een berichtje geplaatst op hun site. Zie:
http://dereunie.kro.nl/uitzendingen/2009-3/2009-10-01/index.aspx
Ik was wel benieuwd of er ook een cameraploeg naar Rio is geweest om Nanko’s werk in beeld te brengen. Toen wij er waren, vertelde hij dat er een Braziliaanse cameraman heimelijk had geprobeerd opnames te maken van de drugsmaffia in Vila Cruzeiro en die is later vermoord. Straks weer thuis in Holland ga ik toch eens kijken via Programma Gemist, want Rob Kamphues is wel meer op “gevaarlijke” plaatsen geweest om “klasgenoten” op te zoeken in hun huidige leven. Maar dat is pas “straks”, nu eerst terug naar de realiteit van vorige week.
Na een voorspoedige reis met een stop van een half uur voor een hapje en een plasje in een mooi en supermodern wegrestaurant – met menurestaurant, kilorestaurant en minisupermarkt variërend van chocoladerepen tot schoenen en T-shirts – arriveerde onze bus rond vijf uur op Rodoviário Tietê in São Paulo. Deze keer was er niemand om ons af te halen, want Waldemar had problemen met de auto. Goede raad was duur op dat moment. Een taxi zou ons zeker 50 Real kosten, vreesde Ben. Ten eerste vanwege de afstand naar Vila Formosa, ten tweede vanwege de avondspits die veel extra tijd zou kosten, die toch ook betaald moest worden. Ben babbelde wat met enkele chauffeurs en eentje wist met stelligheid te melden dat hij het voor 30 zou doen. Al wandelend naar zijn auto verhoogde hij het bedrag naar 35 en Ben zag de bui alweer hangen. “Nee, dank u, laat maar, we gaan wel met de métro….” en zo gezegd, zo gedaan. Gratis dus, we zijn immers beiden 60+. Nu is dat in de avondspits natuurlijk ook een avontuur apart. Zien jullie ons al gaan? Beiden met een trolleykoffer en op mijn rug nog een dikke rugzak (met laptop en toebehoren!). Eerst door een bemande tourniquet waar je eigenlijk je bejaardenpas moet laten zien, maar de grijze baard volstaat gelukkig. Dan twee lange roltrappen omlaag. Snel de trein in, jezelf en de koffers goed vasthouden, en tussen de mensen door snel weer uitstappen op de Praça de Sé om via twee roltrappen omhoog weer op straat te komen. Maar via welke uitgang? Er zijn er wel zes. Vragen dus. Bij welke uitgang vinden we de trolleybus? Lange gang door, einde links, trap af, en ga zo maar door. Fout, klopt niet. Nog maar eens vragen. Ergens gingen we kennelijk verkeerd, want ook die aanwijzingen klopten niet, maar we stonden tenminste op straat, al was het dan ook niet aan de kant waar we hadden willen zijn, nl. bij het beginpunt van de trollybus. Een lieve dame zag ons zoekend rondkijken en wees ons een bushalte waar de trolley langs kwam. Hoera! Maar dan weet je nog niet precies welke bus je moet hebben. “Gaat deze bus ook door Vila Formosa?” Brrrr, de een zei ja, de ander nee, en ook de chauffeurs waren niet steeds even behulpzaam. Tot er een bus kwam met opschrift ‘Vila Formosa’. Godzijdank. Instappen dus. Er was een smal bankje voor twee vrij en daar hebben we ons enigszins dubbelgevouwen op neergevleid, met de ene koffer tussen de benen, de rugzak op schoot en de andere koffer half op het gangpad, waar bij elke halte drommen mensen langsheen moesten. Maar, we waren allang blij dat we zaten èn dat we op weg waren naar huis. Intussen begon de duisternis te vallen en tegen de tijd dat we in Vila Formosa arriveerden, was het helemaal donker. Hoe herkennen we nu de juiste halte om uit te stappen? Wederom vragen rondom je heen in de bus, en ook hier was een lieve meneer die al –tig jaren in de wijk woonde en ons niet alleen hielp uit te stappen op de juiste plaats, maar ook nog een stuk met ons mee opliep om zeker te zijn dat we goed thuis zouden komen. Vriendelijke mensen vind je gelukkig overal! Rond half acht eindigde dit avontuur in de gezellige keuken van Waldemar en Célia die met eten op ons hadden gewacht. Welkom thuis. Voor mij bleef er na het eten niet veel avond over. Ik ging wat uitpakken, maar viel tussen de spulletjes op bed in slaap. Ben volgde vrijwel meteen. Ik geloof dat we die avond geen van beiden onze gastheer en gastvrouw welterusten hebben gezegd, zo moe waren we.
De volgende dag was niet echt mijn dag. Ik was moe en prikkelbaar van al het reizen en wilde met rust gelaten worden. De Internetverbinding functioneerde deze keer niet. En het regende ook nog. Maar nee, de omstandigheden bepaalden het anders. We waren speciaal teruggekomen naar São Paulo voor een voordracht die avond om 6 uur bij de negerbeweging van frei David, en de ontmoeting met frei Betto op vrijdagmiddag in het klooster van de Dominicanen. De tussenliggende tijd zouden we benutten om bezoeken af te leggen bij enkele organisaties met wie Ben al jaren contact heeft via Internet. Ook met de Paulinas, waar we bij ons eerste bezoek een boek hadden achtergelaten ter evaluatie. Ze waren er nog niet aan toekomen, of we 14 oktober maar wilden terug bellen. O.K.! Terwijl Ben probeerde telefonisch contact te maken voor een afspraak met enkele andere organisaties, heb ik intussen onze bagage alweer “reisvaardig” gemaakt. Omdat we afhankelijk zijn van het openbaar vervoer in deze immens grote stad (ter grootte van de provincie Utrecht of zoiets??) hadden we nl. besloten vandaag al onze koffers bij Educafro (frei David) te parkeren, zodat we ze morgen niet de hele dag met ons mee zouden hoeven slepen. Omdat het niet zo goed wilde lukken met de telefoontjes, gaf het mij iets meer lucht, want we konden daardoor iets later vertrekken en eerst nog rustig genieten van Célia’s kookkunst. Daarvan klaarde het humeur alweer aardig op, gelukkig! Maar het bleef regenachtig en de temperatuur was ook niet al te hoog. Na de lunch had Waldemar geregeld dat de buurman ons met de koffers, in zijn rammelende roestbak met slippende koppeling, naar de bushalte zou brengen. Die is weliswaar slechts enkele straten verderop, maar wel bergopwaarts en ook de regen bleef vallen. De bus kwam er net aan en Waldemar + buurman duwden ons letterlijk met koffers en al de bus in. Op weg naar Educafro, om afspraken te maken voor de avond en de koffers een veilig plekje te geven voor de nacht. Gelukkig was er iets meer plek in de bus dan gisterenavond. Vanaf Praça da Sé volgde nog een wandelingetje van misschien 500 meter naar het kantoor van Educafro, in de motregen, tussen duizenden mensen door, met onze koffers alle kuilen en uitstekende stenen omzeilend, eerst licht heuvelopwaarts en vervolgens weer de helling af en toen hebben we in alle oprechtheid tegen elkaar gezegd: “Als ze ons in Nederland hier zo zouden zien lopen, verklaren ze ons voor hartstikke gek!” En gelijk hebben ze! Maar we hebben het volbracht en het kostte geen cent. Ben had zelfs geen last van zijn longen! Die heeft beslist goddelijke kracht meegekregen, het is ongelooflijk…….
Frei David liep wat baasjesachtig druk te doen, maar zijn beide assistenten Eduardo en Lia ontvingen ons met warmte en koffie. In mijn secretaressecarrière heb ik dit soort bazen genoeg voorbij zien komen, en het leverde me enkele blikken van verstandhouding op met Lia en Eduardo. Ik heb frei David daarna maar de “vliegende Braziliaan” gedoopt, denkend aan onze “vliegende Hollander”. Om zulke bazen kan ik nu ‘glimlachen’.
We hoefden pas aan het eind van de middag weer aan te treden, dus zijn we even de winkelstraten doorgewandeld, ook al was het mét paraplu. In een muziekboetiek hebben we ons laten adviseren over een CD’tje met muziek uit het Noordoosten, maar Martin, of we de goede uiteindelijk hebben gekocht? Het blijft een gok. Ik ga bij onze vriend Wagner in Campos per email nog vragen om de titel van een CD die we bij hem in de auto hoorden. Op tijd waren we terug voor de presentatie die om 6 uur zou beginnen, maar niemand maakte aanstalten om naar de zaal te gaan. Na enig porren waren wij er op tijd, maar wat bleek? Het was niet een avond van medewerkers van de negerbeweging, zoals Ben het bedoeld had, nee, het was een introductieavond voor mogelijke nieuwe studenten die in aanmerking wilden komen voor een studiebeurs via Educafro (de naam staat voor ‘educatie voor Afrikanen’). Nu vindt Ben het wel leuk voor jonge mensen te spreken, dat heeft ‘ie bij verrassing al vaker gedaan deze reis, maar dat had hij toch niet afgesproken met frei David. Eerst werden de jongelui nog toegesproken door twee medewerkers van de organisatie, en daarna verscheen de pater Himself, deze keer gestoken in de bruine pij van de Franciscanen en deed ook nog eens een duit in het zakje. Toen pas, het was inmiddels al aardig over 7, kreeg Ben het woord. We draaiden de powerpoint in een iets versneld tempo en tot driemaal toe kwam er iemand over mijn schouder zeggen dat we moesten opschieten. Nu laat een powerpoint met animaties zich niet zo makkelijk versnellen, dus ik trok me er maar niets van aan en liet Ben gewoon zijn gang gaan. We waren toch niet helemaal naar São Paulo terug gekomen om ons als schooljongens naar huis te laten sturen. Ja, want zo voelde het een beetje. Het applaus van de jongelui na het slotlied was er niet minder om, maar de wat snelle zakelijke hand ten afscheid van de frei, zonder enige persoonlijke attentie, kwam niet zo prettig over. Ben was eigenlijk diep teleurgesteld over het geheel. Hij had meer verwacht. Sowieso van São Paulo in het algemeen, maar zeker van de negerbeweging in het bijzonder. We hebben het er maar bij gelaten, het zal wel ergens goed voor zijn geweest dat we er waren. Eenmaal buiten motterde het nog steeds. We liepen richting Sé en overal langs de gesloten winkelpanden, waar mogelijk onder een afdakje, werden of waren kartonnen dozen neergelegd van mensen die er de nacht gingen doorbrengen. Op een pleintje stonden drie politieauto’s en er was een mannetje of twaalf politie op de been om een opstootje rondom een aantal straatzwervers in te dammen. We zagen mensen hard weglopen. We hebben de uitkomst van het conflict maar niet afgewacht. Wat een tragedie toch al die mensen op straat. Ik weet wel, veel van deze mensen willen of kunnen niet geholpen worden. Zijn aan de drugs of drank, en volledig vergroeid met het leven op straat. Maar voor een groot deel moet het toch mogelijk zijn opvang te regelen, ze langzamerhand vertrouwen en zelfrespect bij te brengen en ze geleidelijk aan het werk te krijgen. Voor de mensen in de stad is het kennelijk een gewoon en geaccepteerd straatbeeld geworden, ook al roept iedereen dat je je tegen en na donker niet meer in de buurt van de Sé moet begeven….. Te gevaarlijk….. Na deze toch wel weer emotionele afsluiting van deze avond – dit soort straatellende went nooit! – bereikten we zonder verdere belevenissen per trolleybus ons huis en vrij snel erna ons bed.
De volgende morgen namen we afscheid van Célia en Waldemar. Célia met tranen in de ogen, net als twee jaar geleden in Portugal, toen we samen, in aansluiting op de Reünie van Brasil op weg in Doorn, veertien dagen hadden doorgebracht in de Algarve. Waldemar was nu minder emotioneel en minder betrokken. Hij was hier anders dan ik hem in Portugal had meegemaakt, te druk waarschijnlijk met zijn eigen werk bezig om échte aandacht aan Ben en zíjn idealisme te geven. Gesprekken met inhoud, daartoe was het helaas niet echt gekomen. Waldemar bracht ons naar de gewone bus die aansluiting gaf op de métro. We gingen op weg naar de Pastoral das Mulheres Marginalizadas, oftewel de beweging van de vrouwen die aan de rand van de maatschappij leven. Na twee métro’s was het nog een stukje lopen door de Rua São Caetano, die ook wel genoemd wordt de “Rua dos Noivos”, de straat van de verloofden. Die naam begrepen we pas toen we er door liepen. De ene bruidswinkel na de andere. Bijna allemaal met lange witte romantische bruidsjaponnen en een keurig vrouwtje buiten voor de deur om de klanten naar binnen te lokken. Er waren ook winkels voor –goms, met pakken in alle toonaarden. Schoenenwinkels met voor bruid en –gom bijpassende schoenen. Japonnen voor de vergezellende familieleden en natuurlijk ook kleding voor de bruidskinderen. Tjonge, wat een rijkdom allemaal. Hoezo financiële crisis?! Na meerdere keren vragen vonden we de gewenste zijstraat, en nu het nummer nog. Op Ben’s lijstje stond 72. Maar dat was een gesloten rolscherm zonder deur. Weer vragen, maar niemand die de vrouwenbeweging wist te zitten. Dan maar naar binnen in een soort van magazijn in de hoop daar van de telefoon gebruik te kunnen maken, want dat nummer hadden we wel. “Natuurlijk, komt u maar!” Gelukkig namen de vrouwen meteen de telefoon op: het moest nummer 62 zijn. Dat bleek geen huis te zijn, maar een gangetje dat leidde naar een erachter gelegen pleintje. Wat een verrassing! Als een soort van begijnhof in de drukke stad lag hier een pleintje met bomen, volledig afgesloten van de drukte eromheen. Lieflijk! Toen was “C20” gauw gevonden. We hadden dat achtervoegsel al niet goed begrepen, want hoogbouw was er niet in deze straat. Huisje (=Casa) 20 was bedoeld! We werden ontvangen door drie sympathieke vrouwen, Márcia, Lúcia en Sueli. Ook de inrichting was lieflijk en verzorgd. Hier paste het woord “gezellig”, dat kennelijk zó puur Hollands is dat het zich in geen enkele taal goed laat vertalen. Ben vertelde hoe hij ooit met de vrouwen van de straat in aanraking was gekomen, via Zoé en Graciéla in Teófilo Otoni, het project dat we eerder deze reis bezochten, en hoe Brasil op weg niet alleen steun had gegeven aan het huis met de vrouwen en kinderen, maar ook een tijdschrift, “Mulher Libertação”, “Bevrijding van de vrouw” had helpen opzetten. Sinds kort bestaat het blad niet meer, maar hier op de boekenplank stonden wel de ingebonden jaargangen die jarenlang hadden gevochten voor de rechten van de vrouw. De drie vertelden over hun activiteiten, de opvang, begeleiding en waar mogelijk vorming van de vrouwen van de straat, zowel plaatselijk in São Paulo als landelijk. Ze gaan erover nadenken in hoeverre de cursus ter vorming van leid(st)ers die we vanuit Nederland mogen financieren, op dit moment in hun programma past. In de gesprekken met deze vrouwen proefde Ben weer het vuur en de spirit die hij gisteren bij frei David c.s. had gemist. Deze vrouwen waren idealisten, die met hart en ziel wilden vechten voor verbetering van de groep. Bij Educafro was het een kantoor bezig met een zakelijke aangelegenheid, waar alles vanuit het intellect werd benaderd. En ik weet wel in welke wereld Ben zich het beste thuis voelt! We hadden graag langere tijd met deze vrouwen gesproken, maar rond half 12 werden we bij frei Betto verwacht in Perdizes en dat is weer aan de andere kant van de stad, en dat betekende een wandeling plus twee metroreizen plus één bus ver van de plek waar we nu waren. Er reed een taxi langs ons gangetje en Ben knoopte maar meteen een gesprekje aan. Ik had niet zoveel vertrouwen in deze chauffeur, maar Ben koos voor de praktische oplossing, en dat is instappen maar, babbelen met de chauffeur en maar zien of ‘ie onder de indruk komt van die vreemde Hollander die zo goed Portugees spreekt. En ja hoor, de Bernardus-aanpak werkte. Het werd ook nog eens een leuk gesprek, de man bleek Boliviaan te zijn, had de geschiedenis van Che Gevara gelezen, want Che was in zijn geboortedorp bij zijn familie op bezoek geweest toen hij zelf vijf jaar oud was. Frei Betto zelf kwam de poort openen en ontving ons zeer hartelijk. Weten jullie nog wie frei Betto was? Hij is de vriend van Tito de Alencar. Beiden waren ze actief in de jeugd- en studentenbeweging, beiden traden in bij de paters Dominicanen, en samen hebben ze in de gevangenis gezeten tijdens de dictatuur en zijn ze gemarteld. Betto heeft vele boeken geschreven over deze periode en ook over hetgeen Tito tijdens de dictatuur is aangedaan. Helaas voor Ben is het Betto niet gelukt een uitgever te vinden voor ‘Morrer para viver’. Daarom hadden we besloten zelf het boek dan maar uit te geven en op de Braziliaanse markt te brengen. Als cadeautje hadden we een boek voor Betto meegebracht. Hij had de eerdere, in Nederland gedrukte versie al ontvangen en daarop enige op- en aanmerkingen gemaakt, die door Ben en João Bosco Feres in de huidige versie zijn verwerkt. Voor de bibliotheek kocht hij nog twee exemplaren. Zelf had hij ook net een nieuw boek uitgebracht, wederom over de tijd van de dictatuur, en die hebben wij uiteraard in dank aanvaard en inmiddels aan de stapel boeken toegevoegd die we op de een of andere manier weer in onze bagage mee naar Holland zullen moeten nemen. We waren genodigd voor de “almoço” en zaten aan aan de dis met vijf heren Dominicanen. Op het menu stond Feijoada, de traditionele Braziliaanse stoofpot van zwarte bonen met verschillende soorten vlees en worst. Er wonen nog maar tien paters in dit huis, dus ook hier is de terugloop duidelijk. De overste, en dat is wel opmerkelijk, een Noordoosteling, is een man van slechts 37 jaar, frei Almi. Officiële cijfers zeggen dat de terugloop in de katholieke kerk in Brazilië in de laatste jaren 20% was. Dus niet alleen in Europa daalt het aantal kerkgangers snel. Toegegeven, in dit land “verliezen” ze veel gelovigen aan de vele varianten van de Pinkstergemeenten, die alleen omhoog kijken, gaan voor “God zij lof”, en niets doen om de armoede tegen te gaan. In tegendeel, ze vragen ook nog eens 10% van het inkomen van hun gelovigen. En die hebben toch al bijna niets. Er worden hier vaak grapjes over gemaakt: Er is geen betere manier om snel geld te verdienen, dan door een kerkgemeenschap te openen….
Na de almoço bestelde Betto een taxi voor ons die ons mocht brengen, waarheen we maar wilden en de rekening kon naar hem worden gestuurd. Daar hadden we natuurlijk stiekempjes al op gehoopt, maar was toch een meevaller. Ben had eigenlijk getwijfeld of hij Betto wel wilde ontmoeten, omdat hij niet het gevoel had dat hij erg behulpzaam was geweest bij de uitgave van het boek. Het is goed dat we er geweest zijn. Betto nam alle tijd voor ons en was vandaag bijzonder goed gemutst en gemakkelijk in de conversatie, hetgeen ook wel eens anders is geweest. En we zijn toch ook dankbaar voor zijn “Voorwoord” in het boek, dat als een aanbeveling kan worden beschouwd bij de verspreiding ervan. De taxi reed ons naar Educafro om onze koffers op te halen en vandaar naar Tietê, het busstation. Grappig genoeg kwamen we langs de Straat van de Verloofden, vanwaar we ’s ochtends met onze Boliviaanse chauffeur waren vertrokken. De taximeter stond nu 1 Real hoger dan wij bij hem betaald hadden, dus had hij de kortste weggenomen en ons niet beduveld. Vervelend is het toch dat we tegenwoordig zo achterdochtig zijn bij alles wat we doen, alsof niemand meer te vertrouwen is. Gelukkig was hier weer het tegendeel bewezen. Op Tietê vonden we meteen een bus naar Campinas. Het duurde echter een uur voordat we uit de files van de vrijdagmiddag waren en op de “Autovia”, de snelweg, op snelheid kwamen. Daarmee namen we afscheid van São Paulo, de stenenmassa die op ons weinig aantrekkingskracht heeft.
Rond half zes kwamen we in Campinas, waar we een poging deden met een telefoonkaart naar ons logeeradres te bellen in Holambra, Eddy en Leny v.d. Groes, in de hoop dat ze ons zouden kunnen ophalen op een halte langs de snelweg, omdat er geen rechtstreekse bus naar Holambra gaat, maar er was niemand thuis. Dan toch maar op de bus en duimen voor de goede afloop. Onze bus was echter te laat, ook al vanwege de vrijdagmiddagdrukte en het naderende lang weekend, omdat maandag een nationale feestdag is in verband met Maria Aparecida. De voorgaande bus was nog niet vertrokken en er waren nog plaatsen vrij. Of er nog mensen mee wilden? Nou dat wilden we wel, alleen moesten we dan wel de bagage mee naar binnen nemen, omdat we er tussentijds wilden uitstappen. Dat was me toch een gedoe. Met een dikke rugzak op, waarmee je zonder erg zomaar iemand om de oren slaat als je je maar even omdraait. En iedereen je aanstaart terwijl je aan het stoeien bent met je bagage. Enfin, Ben vond een plaatsje ergens voorin met één koffer en mijn rugzak die beide in het middenpad moesten blijven staan, en ik halverwege de bus met de andere koffer, waar ook nog eens de lege opgevouwen plunjezak van Winnie tegenaan geknoopt zat, die we hadden gebruikt toen we met 54 boeken op stap gingen. Regelmatig moesten er mensen passeren, want de bus nam overal nog mensen op, maar het schijnt niemand te deren dat ze er nauwelijks langs konden. Zoiets vinden ze hier heel gewoon. Het was intussen donker geworden en Ben had de chauffeur gevraagd ons te waarschuwen bij de Holambra halte, maar ik was er niet gerust op en zat dus enigszins gespannen in de bus. Een halte langs de snelweg? In het donker? Hoe komen we met al onze spullen weer uit de bus? Brrrrr, leeuwen en beren zag ik. Het zal de vermoeidheid wel geweest zijn. Natuurlijk viel alles mee. De chauffeur waarschuwde bijtijds, een vriendelijke meneer hielp ons sjouwen en de halte bleek een station te zijn van een soort van Wegenwacht met een telefoon en een thermoskan ‘cafézinha’. Binnen enkele minuten stond Leny voor onze neus en ik had haar wel kunnen zoenen, zo blij was ik dat de busreis voorbij was en we in een comfortabele auto het laatste stukje mochten beleven. De ontvangst in Huize v.d. Groes was allerhartelijkst en we maakten kennis met zoon Lucas en dochter Carina die allebei nog thuis wonen. Als kleine kinderen hadden ze nog Nederlands geleerd, maar nu, beiden bijna 30, was daar weinig meer van over. Ed was helaas niet helemaal in orde en trok zich af en toe gewoon even terug. Leny opende een flesje wijn en samen babbelden we bij. De ellende van São Paulo met zijn openbaar vervoer leek al weer lang verleden tijd. We hadden bij ons vorige bezoekje al kennis gemaakt met kleine, soort-van-terriër, Pepita, die al meteen in overgave vriendjes wilde worden. Met de boxer/herderkruising Bongo lag de zaak anders. Die liep aan de ketting als het tuinhek open was en maakte een leven van jewelste als er beweging was in de tuin. Pas nadat het hek was gesloten en wij naar het tuinhuis waren vertrokken voor de nacht, werden beide honden losgemaakt om het erf te bewaken. De badkamer lag naast de slaapkamer, maar daarvoor moest je buitenom. Konden we daar de hond verwachten als we onze neus buiten de deur staken? Je wordt toch wel voorzichtig als mensen je waarschuwen voor hun eigen waakhond! Maar natuurlijk gebeurde er niets en brachten we beiden ons nachtelijk plasje weg zonder problemen. Tegen zessen ging ik toch maar eens buiten kijken en in no time zat kleine Pepita voor de deur en verwachtte een knuffel. Vanaf dat moment ben ik gaan praten tegen Bongo, die heel voorzichtigjes steeds een beetje dichterbij kwam. Wie was er nu bang voor wie en wie van de twee was hier nu de waakhond? Volgens mij vormden beiden een “team”, was Pepita de echte waakhond en holde Bongo erachter aan als de grote boze boeman. In wezen een doodsbange hond, die Bongo, al leek het tegendeel het geval. Nog voor het ontbijt was hij twee keer dichterbij gekomen en had aan mijn handen gesnuffeld. Het ijs was gebroken, we waren geaccepteerd en hij schonk ons zijn vertrouwen. Daarna ging hij lekker in de zon liggen wachten tot Leny met zijn voerbak naar buiten zou komen. Op zulke momenten missen we wel ons eigen hondje, maar we weten dat hij het goed maakt bij Martin en Els. Na het ontbijt mocht ik Leny’s wasmachine gebruiken. Ik heb daar dankbaar gebruik van gemaakt en in twee wassen zowat alle bovenkleren erdoorheen gedraaid. Uiteindelijk heeft Leny alles voor me opgehangen, want er stond alweer iets gepland op onze agenda. Tegen half 12 werden we opgehaald door Maria Scholten, oudste van een familie van acht broers en zussen Scholten, die als kinderen naar Brazilië zijn gekomen en nu allemaal op Holambra I of Holambra II wonen. Ben had vroeger veel contact met de Scholtens gehad en had aangegeven ze graag nog eens te ontmoeten. Nu, dat was wederzijds en Maria had ter gelegenheid van ons bezoek een etentje georganiseerd voor de hele familie. Bijna allemaal waren ze er. Met 15 man gingen we aan tafel in Restaurant Warong, een van naam Indonesisch restaurant, maar met een menukaart die slechts enkele Indische gerechten biedt. Het was heel gezellig en er werden heel wat herinneringen opgehaald. Na afloop bracht Maria ons weer naar huis en we reden wat rond door Holambra. Hier is toch wel heel goed de Hollandse sfeer merkbaar. Schone straten, opgeruimde en goed onderhouden tuinen bij de huizen, prachtig georganiseerde bedrijven met plantenkassen of kippenschuren (helaas nog wel uit de tijd van de legbatterijen), een grote veiling. Het is goed te zien dat de vorige generatie er iets moois van heeft gemaakt. Na de aanvankelijke problemen van de eerste Hollanders hebben de meesten er een goed leven kunnen opbouwen. Er is een wijk met seniorenwoningen waar bejaarde Nederlanders zijn neergestreken, maar er zijn ook meerdere wijken met nieuwbouw die erg in trek zijn bij de Brazilianen uit de wijde omtrek. Weer thuis deed Ben een dutje om zich op te laden voor de komende avond, de bijeenkomst met oude bekenden uit Holambra. Helaas was er ook hier weer iets fout gegaan bij de voorbereiding. Leny had een berichtje doorgegeven aan twee lokale kranten, en door organisatorische problemen hadden ze geen van beide het artikel geplaatst. Toch werden er heel wat mensen verwacht, want de tam-tam functioneert over het algemeen wel heel goed in deze nog steeds hechte gemeenschap. 36 personen hebben we geteld, en het is een prachtige avond geworden. Zowat tweeëneenhalf uur is Ben aan het woord geweest, afgewisseld met muziek en eindigend met opmerkingen en vragen vanuit de zaal. Hij had een zeer aandachtig publiek, tot het einde aan toe. Hij had zich erg verheugd op deze avond en zijn verwachtingen zijn gelukkig uitgekomen. Er zijn 15 boeken over tafel gegaan en ook nog eens 3 Nederlandse boeken verkocht. Alle immigranten van destijds spreken inmiddels wel Portugees, maar Portugees lezen doen ze toch nog minder gemakkelijk. We hadden er niet aan gedacht voor hen enkele Nederlandse boeken mee te nemen, maar zullen er bij terugkomst in Holland voor zorgen dat ze worden opgestuurd of door iemand meegenomen. Pas na 11 uur waren we thuis. Moe en in een soort van hoerastemming dat alles zo goed was verlopen. Ben’s boodschap was in goede aarde gevallen.
Op zondagmorgen was het feest van de heerlijke tuin met zijn vele vogeltjes weer voorbij en werden de koffers weer gepakt, dit keer met schone, zongedroogde kleren. Met Leny maakten we op mijn verzoek een ritje langs het gemeentehuis, dat indertijd het kloostertje van de Zusters Franciscanessen was, waar Zr. Pacifique en haar collega Zr. Irmentrudis in 1966 hun eerste Braziliaanse ervaringen opdeden. Bij de voordracht van Ben gisterenavond heb ik gevraagd of er mensen waren die zich de beide zusters konden herinneren. Omdat Pacifique slechts een half jaar hier had gewerkt, kon niemand zich haar voor de geest halen. Enkelen kenden nog wel Irmentrudis, maar die is dan ook zo’n zes jaar gebleven. Naast het voormalige klooster stond de Katholieke Kerk waar Ben destijds, na zijn wijding in São Paulo, zijn “Eerste Mis” gelezen heeft. Ook daarvan heb ik dus maar enkele foto’s gemaakt, want er zit op de computer ook nog een biografie van Ben, die binnenkort van plaatjes moet worden voorzien! Ongetwijfeld wordt dat een volgend project als we deze reis zullen hebben afgerond……...
Na een kort bezoekje aan Leny’s moeder Greet en een snelle almoço, die dit keer wegens tijdgebrek uit de afhaalservice van “Madurodam” kwam, -een restaurant dus met die naam-, bracht Leny ons naar het vliegveld Viracopos, tussen Campinas en São Paulo. We dronken samen nog een kopje koffie, en voor de zoveelste keer was daar het moment van afscheid nemen. Tjau, Leny, en van harte bedankt voor je gastvrijheid en je vriendschap!
Wij gingen terug naar Vitória, maar dit keer niet rechtstreeks. We hadden een zeer goedkope vlucht weten te boeken, waarbij we moesten overstappen in Rio. De koffers werden voorzien van een gele sticker voor ‘transfer’ in de hoop dat ze op eigen gelegenheid ook straks in het juiste vliegtuig van Rio naar Vitória zouden belanden, hetgeen gelukkig het geval bleek. Wijzelf moesten in Rio een dikke anderhalf uur wachten voordat we in dat vliegtuig mochten stappen. Kennelijk hadden we de wind mee, want we kwamen op deze toch al korte vlucht van een uur en vijf minuten, maar liefst 15 minuten te vroeg aan. Winnie was er om ons af te halen en bij thuiskomst mochten we weer de echtelijke slaapkamer betrekken van hem en Gilsa. Wat lief toch, als mensen hun bed aan je afstaan en zelf in een éénpersoonsbed kruipen of op een matras op de grond. Maandagmorgen hadden we afgesproken met Raymundo in Cachoeiro en Winnie had zich vrij gemaakt om ons te kunnen rijden. Na een rit van twee uur arriveerden we er tegen half 12 en vonden vrij snel Raymundo’s huis. Een familiehuis dat ooit door zijn moeder was begonnen en in de loop van de tijd steeds bijgebouwd, zodat de hele familie met aanhang er kon wonen. Raymundo had op de bovenverdieping een mooi en licht appartement met vorstelijk uitzicht over de stad. Langs enkele familieleden daalden we af naar de straat en wandelden naar het huis van Silvimara en Edenilson, waar we, net als bij ons vorige bezoek, zouden lunchen. Ook dit keer had Raymundo’s vriend van vroeger voor de ‘aangeklede’ kip gezorgd. Vanwege de nationale feestdag van vandaag van Maria Aparecida, Maria van Verschijning, was het niet mogelijk gebleken nog andere bijeenkomsten te organiseren waar Ben een praatje kon houden. We hadden dus nog even tijd voordat we weer aan de bak moesten. Op het terrasje buiten naast het huis, wij op een stoel en Winnie languit in de hangmat, hebben we toen met ons vieren gebrainstormd over de verkoopmogelijkheden die we hebben. Ons grote probleem op dit moment is dat we als buitenlanders geen bankrekening kunnen openen. Als mensen een boek ‘bestellen’, hoe moeten ze dat dan betalen? Raymundo stelde voor dat we misschien gebruik zouden kunnen maken van een bankrekening van een of andere stichting. Dat lijkt een mogelijkheid die we gaan onderzoeken.
Tegen half vier stonden we bij het kerkje in een buitenwijk van Cachoeiro, gewijd aan Maria Aparecida. En dat was niet de kerk waar Ben volgens afspraak zou mogen praten. Die lag meer in het centrum van de stad. Wat was het geval? De bisschop zou hier, bij deze kerk, de mis lezen. Het was immers het feest van Maria Aparecida. En dus hadden ze, gemakshalve, ook ons maar daarnaartoe verplaatst. Niet echt leuk, want we voorzagen al wel dat in deze wijk niet bepaald het publiek woont dat met Ben in debat gaat. Mondjesmaat druppelden er wat mensen binnen, en ook enkele mensen van “Jesus minha vida” waren er, nu allen gekleed in een donkerbruine tuniek, die deed denken aan de kleding van de Franciscanen. Op zeker moment is Ben maar gewoon begonnen met zijn praatje. Ontdekte al snel dat hij weinig respons kreeg vanuit de kerk. Dat kreeg hij wel toen hij een liedje zong. Flexibel als hij is, heeft hij toen zijn praatje maar omgebogen tot een soort van muziekshow. Op verzoek van Silvimara zong hij zelfs een Ave Maria. Alles bij elkaar was het geweldig, wist hij heel wat mensen – want die kwamen toen uit nieuwsgierigheid inmiddels naar binnen gelopen – “leuk bezig te houden”, maar daarbij bleef het ook. Na afloop kwam de bisschop binnen, Dom Célio, een Franciscaan die afkomstig bleek uit Belo Horizonte uit dezelfde gemeenschap waartoe Antoon Tijdink behoort. De wereld is klein. Ben had een sympathiek praatje met hem. In afwachting van de mis die buiten naast de kerk zou plaats vinden, stroomden heel wat mensen toe. Ook Irene, de kokkin van Silvimara, was gekomen. Bij ons eerste bezoek hadden zowel Ben als ik haar hartelijk bedankt voor de heerlijke maaltijd. Ik had toen al gemerkt dat ze daarop glom van trots en ons bij het afscheid nog eens extra omhelsde. Ook deze keer was de zon doorgebroken op haar gezicht, toen we de keuken binnen wandelden. En weer hebben we haar bedankt voor het lekkere eten. Nu, na Ben’s “optreden”, was ze schoorvoetend naar Raymundo toegelopen of ze een boek mocht kopen. Dat kwam ze glunderend bij mij brengen met de vraag of Ben alsjeblieft er iets in zou willen schrijven. Natuurlijk deed Ben dat met veel plezier en het lieve mens was de koning te rijk met haar boek, waarin ze waarschijnlijk nooit een letter zal lezen. Wat een vriendelijk woord al niet teweeg kan brengen. En wij hadden deze middag toch nog een boek verkocht…… Dom Célio had Ben gezegd dat hij tijdens de viering melding zou maken van Ben’s aanwezigheid en iets over het boek zou zeggen. Tja, toen konden we natuurlijk niet stiekem vertrekken, hoewel we dat graag gedaan hadden. Want het was inmiddels vijf uur en er was nog maar één uur daglicht voor de reis terug naar huis. We zijn uit beleefdheid jegens de bisschop gebleven tot na de preek. Het was toch wel weer een belevenis, zoveel mensen samen zingen en bidden op straat, met applaus voor het beeld van Maria Aparecida, de zwarte madonna, dat werd binnen gehaald en knallend vuurwerk tijdens het Gloria. Maar inmiddels was het wel zowat donker, een extra belasting voor Winnie, want de weg naar huis kent weinig reflexpaaltjes of kattenogen en heeft heel wat bochten. Gelukkig leverde het geen probleem op en tegen half 9 waren we veilig en wel in Vitória.
Dinsdag, 13 oktober werd een dag van schrijven en bellen over gemaakte en te maken afspraken en weer merkten we weinig van het mooie weer buiten. Tussen de bedrijven door kregen we Nanko van Buuren aan de telefoon, die 22 boeken bestelde. De KRO-filmploeg is er inderdaad geweest om opnames te maken voor De Reünie! Na het telefoontje heb ik even gegoogled op zijn naam en vond ergens de volgende uitspraak van hem: "I love this country. I also believe that it has a lot of potential to change its social system. I think that if all of us discuss this and make Brazilians aware how we can do that, then surely in 20 years from now, this society will have changed completely for the better." Dat is ook precies wat Ben hier is komen doen, Brazilianen bewust maken dat verandering mogelijk is. En dan maar hopen dat het iets eerder komt dan in 2029, zodat hij het nog mag beleven….
Na enkele ‘missers’ hadden we nu onze hoop gevestigd op een mooie inhoudelijke avond in Vitória, georganiseerd door de Beweging van de Mensenrechten. Van Winnie begrepen we dat er mensen zouden komen van allerlei sociale groeperingen. Jader, onze contactpersoon bij het drukken van de boeken, had een leuke uitnodiging ontworpen, die als service door de drukkerij gratis voor ons gedrukt was. Het programma zou beginnen met het praatje van Ben, waarna de film “Batismo de sangue”, “Bloeddoop”, gedraaid zou worden, die de strijd van Tito de Alencar tegen de dictatuur in beeld brengt. Er waren zo’n 35 man en precies het publiek dat Ben het liefste heeft. Geïnteresseerd en betrokken. Voordat de avond begon, verscheen er een TV ploeg van TV Educativa van de staat Espírito Santo. Ben werd zeker tien minuten geïnterviewd. Natuurlijk zong hij ook nog even en kort daarna floepte de lamp van de camera uit. Ik wist dat Ben sterk was, maar kan hij nu ook al lampen laten springen? De camera werd weer in orde gebracht en het gesprek werd voortgezet. Daarna werden er nog opnames gemaakt van het boek en van het begin van Ben’s voordracht in de zaal. Dit zal geen volledig TV programma worden, zo begrijp ik van Winnie, maar een item in een soort van actualiteitenprogram. Ben zette weer de nodige handtekeningen in de boeken die werden verkocht en daarna begon de film. Ik heb er niet naar willen kijken. Thuis kijk ik nooit naar oorlogsfilms en dit verhaal over de martelingen tijdens de dictatuur zag ik dus ook niet zo zitten. Ik ben in de hal gaan zitten schrijven, maar de geluiden vanuit de zaal waren zo indringend dat het wel leek of ik er toch zelf bij zat. Brrrrr. Schreeuwen! Huilen! Hoe moet Ben dit allemaal ondergaan, die al helemaal kapot was toen hij het boek van frei Betto, Batismo de sangue, aan het lezen was?? Tegen het eind van de film ben ik even naar binnen gelopen en zag toen net de laatste scène van de film, waarin Tito afscheid neemt van zijn zus Nildes, die weet dat ze hem nooit meer terug zal zien. Alleen al die beelden waren genoeg om bij te huilen. Daarna ging het licht aan en vroeg Dona Martha, die de avond leidde, aan Ben of hij iets zou willen zeggen. Ik stond achter hem en zag hem breken en beginnen te huilen. Martha liep naar hem toe om hem te troosten. Na enige ogenblikken nam ze hem mee naar de tafel bij de microfoon. Wat toen gebeurde, had ik kunnen weten. Hij werd zó intens boos. Hij sloeg keihard enkele malen op de tafel en begon te vloeken. Uit onmacht en woede dat mensen mensen zoiets kunnen aandoen en er nog mee weg komen ook. De zaal bleef muisstil. Het duurde zeker enkele minuten. Toen kwam hij langzaam weer tot zichzelf en begon te praten. Over zijn gevoelens. Over zijn ideeën. Over zijn boodschap. En dat Tito nu meer leeft dan ooit en niet voor niets gestorven is. Het waren indrukwekkende momenten, die ik niet snel vergeten zal. Het was weer een bijzondere avond op deze toch al zo bijzondere reis!
Woensdag 14 oktober was bedoeld geweest als vrije dag, om gewoon even lekker niks te doen en te genieten van de wereld om ons heen, maar het is weer niet gelukt. Vanmorgen om acht uur arriveerden er vijf man van de MPA, een Beweging van Kleine landbouwproducenten, die wij als Stichting Brasilhoeve in het verleden financieel hebben geholpen. Ze kwamen met ons ontbijten, vertelden een voor een hun verhaal en maakten indruk. Er wordt veel werk verzet aan de basis. Langzamerhand wordt er een bewustzijn gekweekt waardoor mensen van onder af beginnen te vechten voor een beter bestaan. Ook met hen hebben we over de mogelijkheid gesproken van een cursus voor leiders. Natuurlijk werken ze daarmee al enige tijd, maar zou een ‘opfrisser’ wel kunnen gebruiken. Met helden en voorbeelden uit de eigen samenleving, zoals b.v. frei Tito. Na het ontbijt werden we overladen met cadeautjes, van hun producten, van hun publicaties. Of we het allemaal kunnen meenemen, weet ik niet, maar hun zak met zwarte bonen gaat beslist mee naar Holland! Een leuke aanvulling voor mijn potten met peulvruchten. Die zwarte bonen kennen we bij ons niet.
De rest van de ochtend ben ik bezig geweest met het opnieuw indelen van de bagage, in de hoop dat we het zonder extra tassen kunnen redden. Ben zou het liefste zien dat ik allerlei dingen achterlaat, maar dat vind ik moeilijk. Die koffer van jou, Marion, zou op dit moment toch wel erg welkom zijn, met alle boeken, CD’s, DVD’s die we al hebben verzameld over de projecten en groepen die we bezochten! Omdat Winnie een reis naar Bahia aan het voorbereiden is en Gilsa al vroeg moest les geven vandaag, nam hij ons tussen de middag mee naar buiten voor de almoço. Hij koos voor een vegetarisch restaurant. Een leuke plek, midden in de stad, omringd door bomen en groen. En heerlijk eten per kilo, alles biologisch. Een deel van het overdekte terras is opgehangen aan takken en stammen. Leuk detail zijn de kleine aapjes die feest vieren in de bomen en op de balustrade van de bovenverdieping. De middag werd gevuld met emails en bellen en praten over wel of niet extra boeken sturen naar Fortaleza, over wel of niet langer in Brasil blijven, over wel of niet een website openen. Tegen zes uur kwam Jader om met ons over dit laatste te praten. Samen hebben we besloten voorlopig te volstaan met een blogspot, speciaal voor het boek. Ik zou hem wat foto’s aanleveren, van Ben b.v. voor een TV-camera, en Jader zal een eerste ontwerpje maken. Als de blogspot er eenmaal is, kunnen we hem verder zelf bijhouden, b.v. als we een verkoopadres c.q. bankrekening hebben. Dit alles brengt voorlopig geen kosten met zich mee, terwijl voor een echte website maandelijks een vast bedrag betaald moet worden. Een oplossing waar we happy mee zijn. Ik heb meteen vanavond enkele foto’s naar Jader gemaild en ben daarna mijn achterstand gaan wegwerken met schrijven. Winnie zit inmiddels in de nachtbus op weg naar een groep Indianen ergens in Bahia, en Gilsa heeft ons verteld dat ze ons om kwart over vier zal wekken, want onze vlucht naar Recife vertrekt al om 6.40 in de ochtend. En dat wordt weer een nieuw experiment, want we nemen deze keer twee dozen met elk 22 boeken in het vliegtuig mee. Hoe dat afloopt, hoop ik weer in een volgend verslag te schrijven. Nu ga ik maar slapen, want de nacht is al even bezig. Tot gauw maar weer!
Liefs, Patty+++

Geen opmerkingen:

Een reactie posten